Feit en Mening

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is een feit?
- Kun je bewijzen of controleren. 
'Die laptop kost bij BCC €450,-.'
- Daarover kun je niet van mening verschillen:
'Van regen word je nat.'
- Kun je opzoeken.
'Het aantal calorieën in een Snickers is 321.'

Slide 2 - Slide

Wat is een mening?
-Geeft wat jij vindt. Een ander kan hier heel anders over denken.
'Ik vind turnen een gave sport.'
- Mening is een ander woord voor 'standpunt'.
'Ik vind het belangrijk mijn huiswerk goed te maken.' 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Ik vind mijn mening geven meestal
A
Makkelijk
B
Moeilijk
C
hangt af van de situatie
D
hangt af van het gezelschap

Slide 5 - Quiz

mening geven
met welk doel / verwachting geef jij je mening?

Slide 6 - Slide

Mening onderbouwen
Mening/standpunt

  • Positief, negatief of twijfel
  • Is te veranderen
  • Is persoonlijk
  • Kun je ondersteunen met argumenten
  • Bijvoorbeeld: Ik vind de televisie te duur.

Slide 7 - Slide

Bedrijfsbelang

Je leert van elkaar

Je zet wellicht een verandering op gang

Het brengt iedereen dichter bij elkaar 

Slide 8 - Slide

Persoonlijk belang
Je komt zelfverzekerder over

Je laat zien dat je betrokken bent bij je werk

Er is niets mis met opbouwende kritiek geven

Als je je mond houdt, krijg je spijt

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video