zij/hun/hen

zij/hun/hen
Twan en Ruben
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

zij/hun/hen
Twan en Ruben

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

ezelsbruggetje voor hun hen
als er een voorzetsel voor staat gebruik je: Hen

als er geen voorzetsel voor staat maar die er wel voor kan denken dan gebruik je: Hun

als er geen voorzetsel voorstaat en die kan er ook niet voor gebruik je ook weer: Hen


Slide 2 - Slide

 https://www.youtube.com/watch?v=_ITBXal7qm0
Voorbeeld
staat een voorzetsel voor:
Layla neemt altijd bloemen voor hen mee

voorzetsel voor denken:
ik geef hun een kopje koffie

geen voorzetsel:
De baby maakt hen drie keer per nacht wakker

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waneer gebruik je zij
Is het het onderwerp van de zin dan gebruik je altijd zij

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Hun zijn 25 jaar getrouwd

Wie zijn 25 jaar getrouwd?

Zij zijn 25 jaar getrouwd


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zij/Hun/Hen eten alleen bamboe
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

(Zij/Hun/Hen) zijn 3 keer gevallen
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

ik vertel (Zij/Hun/Hen) het goede nieuws
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De baby maakt (Zij/Hun/Hen) drie keer per nacht wakker
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Gerard gaf aan (Zij/Hun/Hen) een nieuwe telefoon
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions