V2 22 februari leesvaardigheid

• `nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welke verbanden hebben we besproken?

Welke signaalwoorden ken je al?

Samen lezen tekst

Opdracht tijdens het lezen: markeer/onderstreep alle signaalwoorden die je tegenkomt

Waarnaar verwijzen de volgende woorden:
a) 'dat' (r. 24)
b) 'dat'(r. 49)

Wat betekent het woord 'associëren'?

Bespreek samen:

Is het terecht te spreken van de uitvinding van het wiel? Zoek twee bewijzen uit de tekst

Alinea 2: geeft het tussenkopje de inhoud goed weer?

1. Ja
2. Nee

Formuleer zelf een kernzin voor alinea 2

Waardoor werd lang gedacht dat het wiel voor het eerst in Mesopotamië was gebruikt? Noteer het signaalwoord

In regel 29 staat een signaalwoord: noteer het woord en welk verband dit is.

In regel 32 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-voorbeeld. Welk woord en welke voorbeelden?

Hoeveel voorbeelden worden er in alinea 5 nog genoemd?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?