Chemisch rekenen - les 5

Chemisch rekenen - les 5
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chemisch rekenen - les 5

Slide 1 - Slide

Weekplanning
  1. Massafractie en massapercentage (H1 + H2)
  2. Dichtheid en wetenschappelijke notaties 1 (H3 + H4)
  3. Volume, dichtheid en percentage + wetenschappelijke notaties 2 (H5 + H6)
  4. Atoommassa, molecuulmassa en mol (H8 + H9)
  5. Rekenen met mol + uitloop (H9)
  6. Vervalt (Oefentoets in eigen tijd maken!)
  7. Toets  (Alle hoofdstukken)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Jij hebt kennis van de eenheid mol en kunt hiermee rekenen
  • Jij hebt kennis van de atoom- en molecuulmassa, weet waar je deze kunt vinden en kunt hiermee rekenen
  • Jij kunt rekenen met de mol verhouding

Slide 3 - Slide

Vandaag
  • Terugblik vorige les - oefentoets
  • Uitleg H8 + H9
  • Aan de slag!

Slide 4 - Slide

Vorige week
Zijn er nog vragen over de oefentoets?
Opdrachten die we gezamelijk moeten behandelen?

Slide 5 - Slide

Wat bepaald ook alweer de massa van een atoom?

En van een molecuul?

En hoe bereken je het massapercentage?

Slide 6 - Slide

Atoommassa en molecuulmassa
Atoommassa
  • Som van het aantal protonen (atoomnummer) en aantal neutronen
  • Massa wordt weergegeven in aparte eenheid u
Molecuulmassa
  • Som van de atoommassa's
Berekenen massapercentage element in molecuul

Slide 7 - Slide

Mol
  • Reactievergelijking vertelt hoeveel deeltjes van de ene soort reageren met deeltjes van de andere soort
  • We rekenen daarom met aantallen deeltjes in plaats van mg, g of kg
  • In de BINAS (tabel 3) is daarom voor de grootheid hoeveelheid stof de eenheid mol opgenomen
  • Dus hoeveelheid stof wordt weergegeven in mol

Slide 8 - Slide

Mol
  • Het aantal deeljtes dat zich in 1 mol bevindt wordt weergegeven met de Na = De constante van Avogadro (BINAS tabel 7)
  • Na= 6,022 *10^23
  • Vb: 1 mol water bevat 6,022 * 10^23 watermoleculen

Slide 9 - Slide

Opdracht 1
De wereldbevolking bedraagt ongeveer zes miljard mensen. Hoeveel mol mensen wonen er op aarde?

Gebruik BINAS tabel 

Slide 10 - Slide

Mol
Fe + S --> FeS

Letterlijk is hier te lezen:
1 atoom Fe + 1 atoom S, geeft 1 molecuul FeS

In praktijk kunnen we niet 1 atoom Fe nemen en dit laten reageren met 1 atoom S

Slide 11 - Slide

Rekenen met mol
Toch bestaat er een verband tussen de reactievergelijking en de praktische hoeveelheden waarmee we op het laboratorium werken = Mol
Fe + S --> FeS
=
1 mol Fe + 1 mol S, geeft 1 mol FeS

Slide 12 - Slide

Rekenen met mol
De massa van 1 mol atomen of moleculen = gelijk aan de atoom- of molecuulmassa

n = m/M

n= de hoeveelheid stof in mol
m=de massa
M=de molaire massa in g/mol

Slide 13 - Slide

Rekenen met mol
Je hebt 100 gram water.

  1. Bereken de molaire massa.
  2. Bereken de hoeveelheid mol.

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Maak H8 + H9 opdracht 3 t/m 7

Klaar?
Check of je alles goed gemaakt hebt
Lees het vervolg van H9

Slide 15 - Slide