Herhalingsles hoofdstukken 5, 6 en 11

Herhalingsles hoofdstukken 5, 6 en 11
Arbeidsrecht
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ArbeidsrechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Herhalingsles hoofdstukken 5, 6 en 11
Arbeidsrecht

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 5

Rechten en plichten van de werkgever en werknemer

Slide 2 - Slide

Plichten werknemer
1. Het werk zelf dus persoonlijk verrichten  (art. 7:659 BW) = onderdeel ARBEID
2. Aanwijzingen van de werkgever opvolgen  (art. 7:660BW) = onderdeel GEZAG
3. Goed werknemer zijn (art. 7:611 BW): zich redelijk en billijk gedragen
4. Voldoen aan de identificatieplicht (Wet op de identificatieplicht)

Slide 3 - Slide

Janneke is begonnen met werken bij een supermarkt. Janneke heeft uitgerekend wat zij aan het einde van de maand verdiend heeft. Op haar rekening krijgt zij minder dan ze verwacht had. Ze vraagt aan haar werkgever om een salarisstrook. Haar werkgever geeft aan dat hij deze niet aan haar hoeft te verstrekken. Klopt dit? Noem ook het wetsartikel!

Slide 4 - Open question

Plichten werkgever
1. Loon op tijd betalen (art. 7:616 BW) = onderdeel LOON
2. (Elektronische) opgave van loonbedrag (art. 7:626 BW)
3. Goed werkgever zijn (art. 7:611 BW): zich redelijk en billijk gedragen
4. Noodzakelijke scholing mogelijk maken (art. 7:611a BW)
5. Zorgen voor gezonde en veilige werkplek (art. 7:658 BW en Arbowet)
6. Schade vergoeden die veroorzaakt is binnen het werk door wn (art. 7:658 lid 2 BW)
7. Gelijke behandeling toepassen (art. 7:646/648/649 BW)
8. Getuigschrift geven (art. 7:656 BW)
9. Aanpassen van de arbeidsduur (WFW)

Slide 5 - Slide

De werkdag bij het Summa College van Sophie loopt bijna af. Studenten hebben de hele dag niet naar haar geluisterd en zijn brutaal geweest. Uit boosheid gooit Sophie haar werklaptop van de derde verdieping en dit valt kapot. Moet haar werkgever deze schade betalen?
A
Ja, schade aan werknemer tijdens werk moet betaald worden
B
Nee, zij heeft dit met opzet gedaan
C
Ja, want dit is een goede reden om laptop kapot te gooien

Slide 6 - Quiz

Werkgeversaansprakelijkheid
Art. 7:658 BW
Aansprakelijkheid voor schade die werknemer oploopt tijdens werk (dus schade aan werknemer)

Art. 7:658 lid 1 BW
Zorgplicht van de werkgever

Art. 7:658 lid 2 BW
Werkgever is aansprakelijk voor de schade die de werknemer oploopt tijdens het werk. Behalve als het een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer

Slide 7 - Slide

Voorwaarden werkgeversaansprakelijkheid
art. 7:658 lid 2 BW
1. Er is sprake van schade
2. Tijdens uitoefening werk (ruim uitleggen, ook pauzes en bedrijfsuitjes vallen hieronder, dienstreizen ook, maar woon-werkverkeer NIET)
3. Er is geen opzet (met de bedoeling om) of bewuste roekeloosheid (werknemer is onvoorzichtig en weet dat)
4. Werkgever heeft zorgplicht geschonden (onvoldoende veiligheidsmaatregelen)

Slide 8 - Slide

Sophie is docent bij het Summa College en moet op een maandag surveilleren bij een toets. Het lokaal is erg klein en zij is erg onhandig en valt tijdens de toets over de kabels van de laptops. Hierdoor vallen er drie laptops van studenten kapot op de grond. Is haar werkgever aansprakelijk voor deze schade?
A
Nee, want dit is schade aan derden
B
Nee, zij is onhandig en dus roekeloos geweest
C
Ja, schade aan derden moet door werkgever worden vergoed
D
Nee, de student moet dit zelf vergoeden

Slide 9 - Quiz

Werkgeversaansprakelijkheid
Art. 7:661 BW
Aansprakelijkheid voor schade die de werknemer toebrengt aan het werk of aan derden tijdens het werk, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 6

De collectieve arbeidsovereenkomst

Slide 11 - Slide

Soorten cao's
1. Ondernemingscao:
Cao tussen werkgever en vakbond(en), bijv. Philips-cao (geldt voor werknemers in één bedrijf)

2. Bedrijfstakcao:
Cao tussen werkgeversorganisatie(s) en vakbond(en), bijv. schoonmaak-cao (geldt voor werknemers in 1 branche)


Slide 12 - Slide

Werkgever aangesloten bij cao
Wanneer de werkgever aangesloten zit bij de cao, dan geldt deze cao voor alle werknemers. Ook voor de werknemers die geen lid zijn van de vakbond.

Slide 13 - Slide

Werkgever niet aangesloten bij cao
Wanneer de werkgever niet aangesloten zit bij een cao, dan gelt deze dus niet voor de werknemers. Werknemers en werkgevers maken afspraken die in de individuele arbeidsovereenkomst komt te staan. Ook niet wanneer de werknemer lid is van een vakbond.

Slide 14 - Slide

Martijn werkt in de horeca en zijn werkgever is niet aangesloten bij een cao, Martijn is lid van een vakbond. De loonsverhoging uit de nieuwe cao wordt algemeen verbindend verklaard. Geldt deze loonsverhoging ook voor Martijn?
A
Nee, want zijn werkgever is niet aangesloten
B
Ja, want hij is lid van een vakbond
C
Ja, want de cao is algemeen verbindend verklaard

Slide 15 - Quiz

Algemeen verbindend verklaren
De minister van sociale zaken en werkgelegenheid kan besluiten een bepaalde cao algemeen verbindend te verklaren. Wanneer dit gebeurt is de cao voor iedereen uit deze bedrijfstak van toepassing, ook wanneer de werkgever niet aangesloten zit bij een cao.

Slide 16 - Slide

Wat staat er in een cao?
Normatieve bepalingen: bepalingen die normen/regels geven voor individuele wn, bijv. over loon, toeslagen, vakantietoeslag, verlof etc.
ARBEIDSVOORWAARDEN VOOR WNS

Obligatoire bepalingen: bepalingen die alleen gelden tussen de cao-partijen, dus wg/wnorganisaties, bijv. over looptijd cao, overlegtijden etc.
BEDOELD VOOR SOCIALE PARTNERS

Slide 17 - Slide

Staken
  • Recht op staking is sociaal grondrecht, opgenomen in het Europees Sociaal Handvest. Staken betekent stoppen, werk (gedeeltelijk) neerleggen. Dat mag als er een bepaald werknemersbelang wordt nagestreefd.
  • Georganiseerde staking: op initiatief van vakbonden
  • Wilde staking: geen vakbonden bij betrokken (deze vorm zou eerder onrechtmatig kunnen zijn volgens het oordeel van de rechter)
  • Art. 7:628 BW: De werknemer behoudt het recht op het naar tijdruimte vastgestelde loon indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Dus geen werk toch loon, tenzij niet-werken voor rekening wn komt. Staking komt in principe voor rekening van wn, dus hoofdregel is tijdens staking, geen recht op loon.

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 11

Organisatiekunde

Slide 19 - Slide

Ayse Güzebülük werkt als junior medewerker vastgoed bij Berens Vastgoed bv. Haar taak bestaat uit het in kaart brengen van gemeentelijk vastgoed. Daarnaast overlegt zij met collega’s wat hiermee moet gebeuren. Ayse doet dit werk met plezier en naar behoren. Ook haar leidinggevende merkt dit op. Na het eerste beoordelingsgesprek besluit haar leidinggevende dat Ayse meer verantwoordelijkheid krijgt. Zij gaat voortaan ook over het aan-en verkoopbeleid van het vastgoed. Waarvan is er hier sprake?
A
Taakroulatie
B
Taakverbreding
C
Taakverrijking

Slide 20 - Quiz

Taakverdelingen
  • Taakroulatie: werkzaamheden van hetzelfde niveau afwisselen met elkaar (in blokken).
  • Taakverruiming/taakverbreding: functie uitbreiden met meerdere werkzaamheden van hetzelfde niveau (afwisseling).
  • Taakverrijking: functie uitbreiden met meerdere werkzaamheden van HOGER niveau (afwisseling en verdieping). Hoe meer verantwoordelijkheden, hoe meer motivatie (maar ook meer loon, dus taakverrijking kan niet in alle functies/niveaus).


Slide 21 - Slide

Na drie jaar als klantenservicemedewerker is Lisa nu verantwoordelijk voor het begeleiden van vijf teamleden en het behalen van targets. Ze wordt vaker om advies gevraagd en denkt mee over de werkwijze van het team. Is hier sprake van promotie of demotie?
A
Promotie
B
Demotie

Slide 22 - Quiz

Promotie en demotie
  • Promotie is hoger inkomen, hogere functie.

  • Demotie is minder inkomen, lagere functie.

Slide 23 - Slide

Bij garagebedrijf Van Zomeren werken monteurs en een medewerker voor de verkoop van auto’s. De eigenaar is Diederik van Zomeren. Het bedrijfsresultaat staat voor Diederik voorop. Hij maakt elke dag een planning voor iedereen. Hij controleert op voortgang van de planning en stuurt zijn medewerkers aan. Van welke leiderschapsstijl van Hersey en Blanchard is hier sprake?
A
Instruerende stijl
B
Begeleidende stijl
C
Ondersteunende stijl
D
Delegerende stijl

Slide 24 - Quiz

Leiderschapsstijlen volgens Hersey en Blanchard

Slide 25 - Slide

Organisatiestructuren
Afleiden uit organogram en voor- en nadelen
  • Lijnorganisatie
  • Lijn-staforganisatie
  • Matrixorganisatie
  • Divisiestructuur
  • Projectorganisatie

Slide 26 - Slide

Jeroen is productiemanager bij een elektronica-fabrikant. Hij stuurt het productieteam aan en neemt beslissingen over het productieproces om fouten te voorkomen en deadlines te halen. Zijn beslissingen hebben direct invloed op de productie. Heeft Jeroen of lijn- of staffunctie?
A
Lijnfunctie
B
Staffunctie

Slide 27 - Quiz

Lijn- en staffuncties
  • Lijnfunctie: Direct betrokken bij de kernactiviteiten, met beslissingsbevoegdheid binnen de operationele processen.
  • Staffunctie: Ondersteunend en adviserend, zonder directe invloed op de operationele processen maar met specifieke expertise.

Slide 28 - Slide