Lezen H1.3: Tekstverbanden en leesstrategieën

Welkom in deze les!




Pak je leesboek      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in deze les!




Pak je leesboek      Leg je                                                     spullen klaar





Geen telefoon         IPad dicht

Slide 1 - Slide

eerst gaan we stillezen
H1.3: Tekstverbanden en leesstrategieën

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Doelen
Ik kan :
– de leesstrategieën toepassen
– tekstverbanden herkennen 
– tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen benoemen;
– titel(s) herkennen en onderwerp benoemen;
– hoofdgedachte benoemen;


Slide 3 - Slide

Doelen
Ik kan :
– de leesstrategieën: verkennend, nauwkeurig, zoekend en                studerend lezen toepassen
– tekstverbanden: opsommend, tijdsvolgorde,tegenstellend,            uitleggend, redengevend, concluderend en vergelijkend                  tekstverband herkennen 


Slide 4 - Slide

aan de slag
We gaan in groepjes van ongeveer 4 leerlingen opdracht 1 maken.

Vul allemaal alle antwoorden in.
dus 1.3 opdracht 1

Slide 5 - Slide

leesstrategieën
verkennend lezen: Het lezen van de titel, de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea en de bronvermelding om een eerste indruk te krijgen van een tekst. + de eerste zin van alle alinea's tussen inleiding en slot (nieuw)

nauwkeurig lezen: Een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.
zoekend lezen: In een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
studerend lezen: Een tekst lezen om de informatie te onthouden.


Slide 6 - Slide

Tekstverbanden
Opsommend: "Hij houdt van appels, peren en ook van bananen."
Tijdsvolgorde: "Elske trok haar jas aan voordat ze naar school ging."
Tegenstellend: "Jana studeert in Groningen, maar woont nog bij haar ouders in Venlo."
Uitleggend: "De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5."

Slide 7 - Slide

Tekstverbanden (2)
Redengevend: Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
Concluderend:  Het is dus belangrijk om regelmatig het huiswerk te controleren.
NIEUW: Vergelijkend: Mijn vader heeft bijna net zo'n lange baard als Sinterklaas. 

Slide 8 - Slide

Opsommend verband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend verband
Uitleggend verband
Concluderend verband
Vergelijkend verband
Redengevend verband
Bijvoorbeeld
Dus
Ten slotte
Maar
Daarna
Omdat
Zoals
Daarentegen
Daarom
Verder

Slide 9 - Drag question

even oefenen

Slide 10 - Slide


Elske trok haar regenjas aan voordat ze naar school vertrok. 
A
Opsommend
B
Tijdsvolgorde (chronologisch)
C
Concluderend
D
Vergelijkend

Slide 11 - Quiz


 Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.
A
Opsommend
B
Uitleggend
C
Tegenstellend
D
Vergelijkend

Slide 12 - Quiz


We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.
A
Opsommend
B
Vergelijkend
C
Uitleggend
D
Concluderend

Slide 13 - Quiz


Water is goed voor het menselijk lichaam. Het is dus zeer belangrijk om elke dag veel water te drinken.
A
Tijdsvolgorde
B
Uitleggend
C
Redengevend
D
Concluderend

Slide 14 - Quiz


Net als bij Nederlands is het bij Engels belangrijk dat je verbanden in een tekst kunt herkennen.
A
Tijdsvolgorde
B
Tegenstellend
C
Redengevend
D
Vergelijkend

Slide 15 - Quiz

Doelen
Ik kan :
– de leesstrategieën: verkennend, nauwkeurig, zoekend en                studerend lezen toepassen
– tekstverbanden: opsommend, tijdsvolgorde,tegenstellend,            uitleggend, redengevend, concluderend en vergelijkend                  tekstverband herkennen 


Slide 16 - Slide

En nu aan het werk...
Maken: 1.3 opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en 8
- Je  mag samenwerken, op fluistertoon

- Vragen? Probeer eruit te komen met je buur. Steek anders je hand op.
- Klaar? lezen in je leesboek of aan de boekopdracht werken.

Slide 17 - Slide