Mondeling M4

• Nederlands
• Middelbare school

Mondeling M4

Hoe kun je je goed voorbereiden op het mondeling? 

hoe 'leer' ik voor mijn mondeling?

inleiding

Vertel kort over de samenwerking en de gelezen boeken, bekeken film en het gedicht. We hebben drie boeken gelezen, namelijk: … Van het … boek hebben we de film … gekeken We gaan straks eerst iets vertellen over … Daarna over … Vervolgens over … Dan over de boek-filmvergelijking En tot slot vertellen we over het gedicht. 

boekanalyse

Door middel van onderstaande punten, geef je in een lopend verhaal een analyse van de gelezen boeken. Vergelijk de boeken met elkaar. Let op gebruik daarbij voorbeelden uit de gelezen boeken! 
1. Titelverklaring 2. Thema 3. Personages (hoofd- en bijpersonen, round- en flat character, karakterontwikkeling, identificatie) 

boekanalyse

Door middel van onderstaande punten, geef je in een lopend verhaal een analyse van de gelezen boeken. Vergelijk de boeken met elkaar. Let op gebruik daarbij voorbeelden uit de gelezen boeken! 
1. Spanning (open plekken, globale– en lokale spanning) 2. Tijd en ruimte (welke tijd, verteltijd, vertelde tijd, showing, telling, plaats) 3. Opbouw (chronologisch, niet-chronologisch, motorisch moment, verhaallijnen, opbouw) 

boekanalyse 

Door middel van onderstaande punten, geef je in een lopend verhaal een analyse van de gelezen boeken. Vergelijk de boeken met elkaar. Let op gebruik daarbij voorbeelden uit de gelezen boeken! 
1. Vertelsituaties 2. Realistische of niet-realistische fictie 3. Mening (emotie-, identificatie-, realisme-, spannings-, structuur- en vernieuwingsargument) 

boek/film vergelijking

Verschillen tussen het boek en de film • Welke verschillen zijn er tussen het gelezen boek en de film? • Zijn er scènes overgeslagen of toegevoegd? • Is er verschil in vertelperspectief (film voice-over)? • Wat doet de schrijver om het boek spannend te maken? Wisselen van verhaallijn? Open plekken? O.i.d. • Wat doet de regisseur om de film spannend te maken? Camerastandpunten? Muziek? • Tot slot wat sprak je meer aan: de film of het boek? En waarom? 

Poëzie analyse

1. Keuze gedicht 2. Onderwerp 3. Vormkenmerken 4. Eindrijm en eindschema 5. Alliteratie 6. Assonantie 7. Stijlfiguren · Tegenstelling · Herhaling · Paradox · Opsomming · Pleonasme · Tautologie · Hyperbool · Retorische vraag 8. Beeldspraak: · Vergelijking-met-als · Vergelijking-zonder-als · Metafoor · Metonymia · Personificatie 9. Mening over het gedicht 

Slot

Rond je mondeling af door te vertellen wat je van de samenwerking vond, wat je ervan geleerd hebt, etc. 

Welke onderdelen moet ik vertellen?

opdracht

De klas wordt verdeeld in groepjes: 1. intro/slot, 2. poëzieanalyse, 3. boek/film vergelijking

Schrijf in 10 minuten zoveel mogelijk op over het onderdeel

Kies iemand uit die dit gaat presenteren aan de groep. 

voorbereiden met je groepje

- lees de feedback in je dossier

- ga bij elkaar zitten en oefen je mondeling

- bewaak de tijd en vul elkaar aan

Welk groepje wil dit voor de klas presenteren/oefenen?