Verwijswoorden

Verwijswoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Lesagenda
  • Centraal examen
  • Lesdoel
  • Uitleg verwijswoorden 1
  • Opdracht 1 tot en met 3 bladzijde 205
  • Uitleg verwijswoorden 2
  • Opdrachten boek B 

Slide 2 - Slide

Centraal examen
  • Vanochtend
  • Hoe ging het?

Slide 3 - Slide

Wat zijn verwijswoorden?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Dat is me/mijn fiets

Welke is goed?
A
Me
B
Mijn

Slide 6 - Quiz

Maak opdracht 1 tot en met 3
Bladzijde 205 Boek B
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Verwijzen met ze/zij, hun en hen
  • Verwijzen naar dieren/dingen met ze
  • ik zoek de schroeven. Waar heb je ze neergelegd?
  • Verwijs naar personen met zij of ze
  • Die mensen komen net binnen. Ze moeten naar de derde verdieping.
  • Gebruik hen alleen als het niet anders kan
  • Deze fietsen zijn van hen.
  • Gebruik hun alleen om bezit aan te geven
  • Wat is hun telefoonnummer?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Maak opdracht 4 en 5
Op bladzijde 206 van boek B
timer
8:00

Slide 10 - Slide

Verwijzen met deze en die, dit en dat
  • Verwijs naar een de-woord en meervoud met deze en die
  • De auto die tegen het paaltje was geknald.
  • Deze papieren worden uitgedeeld.
  • Verwijs naar een het-woord met dit en dat
  • Het kind dat daar zit
  • Ik heb dit paard net geborsteld

Slide 11 - Slide

Maak opdracht 6 tot en met 8
Op bladzijde 206/207 van boek B
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Afsluiting les
Zijn er nog vragen/onduidelijkheden?
Volgende week weer boek B meenemen

Slide 13 - Slide