H27 - pvvt

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • etui

Slide 1 - Slide

Welkom 1D! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • Kern + schrift
  • agenda

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Slide

Vandaag ...
  • Terugblik pvtt 
  • Uitleg H27- pvvt
  • Toets bespreken (paar ll'en)
  • Aan de slag!
Doelen van de les: 
- Ik weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd.
- Ik kan deze regels toepassen.

Slide 5 - Slide

H26 - pvtt

Slide 6 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 7 - Mind map

Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Maak van de zin een vraag
                 > persoonsvorm: het eerste werkwoord in de zin.
  • Zet de zin in een andere tijd 
                 > persoonsvorm: het werkwoord dat verandert.
  • Verander het getal van de zin (ev - mv) 
                > persoonsvorm: het werkwoord dat verandert

Slide 8 - Slide

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Jij (...) lachen elke dag

A
lachd
B
lacht
C
lachdt

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Jan ...(besteden) te weinig tijd aan zijn huiswerk.
A
besteed
B
besteet
C
besteedt

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

(Worden) ... jij nu al weer boos?


A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Wat (vinden) ... je leraar van je werk?
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je de persoonsvorm?

Het vliegtuig ... (landen) op Schiphol.
A
land
B
lant
C
landt

Slide 13 - Quiz

H27 - pvtt
Je vindt de ik-vorm door het hele werkwoord -en:
fietsen - ik fiets

ik  
jij/je erachter
ik-vorm
ik fiets, word jij
Enkelvoud (hij/zij/het)
ik-vorm + t
hij fietst, zij wordt
Meervoud (zij/wij/jullie)
wij-vorm
wij fietsen, jullie worden

Slide 14 - Slide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd (pvvt)

Slide 16 - Slide

sterke werkwoorden
vs.
zwakke werkwoorden

Slide 17 - Mind map

Wat is een voorbeeld van een 'zwak werkwoord'?
A
liep
B
kwam
C
hoorde
D
ging

Slide 18 - Quiz

H27 - pvvt
  • Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank: maak - maakte

  • Sterke werkwoorden veranderen wel van klank: lopen - liep

Slide 19 - Slide

Zwakke werkwoorden
  • Je vindt de ik-vorm door het hele werkwoord -en: fietsen - ik fiets
  • Om te weten of je -te(n) of -de(n) schrijft, gebruik je 't kofschip.

Enkelvoud (ik/jij/hij/zij/het)
ik-vorm + 'de' of 'te'
ik stuurde, jij fietste
Meervoud 
(zij/wij/jullie)
ik-vorm + 'den' of 'ten'
wij stuurden, jullie fietsten

Slide 20 - Slide

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen wél van klank in de verleden tijd: loop - liep
  • Schrijf de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd zo kort en eenvoudig mogelijk.

Slide 21 - Slide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: zo kort en eenvoudig mogelijk.

Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)


Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Hoofdstuk 27 - Persoonsvorm verleden tijd
Opdr. 1 t/m 7

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kijk zelfstandig H11 en 12 na. 
Lezen in je leesboek

timer
15:00

Slide 23 - Slide

Huiswerk
Dinsdag 19 november:
  • H27: opdr. 1 t/m 7

Donderdag 21 november:
  • reparatie toets Leesvaardigheid





Slide 24 - Slide