V5 Thema 3 Stofwisseling B4 Voortgezette assimilatie

Thema 3 

Stofwisseling



B4 
Voortgezette assimilatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 3 

Stofwisseling



B4 
Voortgezette assimilatie

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Herhaling B3
  • Leerdoelen B4 Voortgezette assimilatie(2 minuten)
  • Uitleg deel 1 Koolhydraten (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 32 t/m 34 maken
  • Uitleg deel 2 Eiwitten en vetten (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 35 t/m 42 maken
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
  • Lesafsluiter B4 (5 minuten)

Eerder klaar?
 
  • Neem context 'Duurzame eiwitten' en maak opdracht 43

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 4 - Open question

Leerdoel B4
9.4.1 Je kunt de voortgezette assimilatie beschrijven



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Voortgezette assimilatie
  • de vorming van andere koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA uit glucose, stikstof (N) en fosfor (P).
  • ATP de energiebron
  • stoffen kunnen dienen als bouwstof, brandstof en reservestoffen

    Verbruikt bij verbranding

Slide 7 - Slide

Koolhydraten
(BiNaS67F)
  • Koolhydraten zijn verbindingen die bestaan uit koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen
  • Monosachariden (bv. glucose, fructose) omzetten naar disachariden (bv. sacharose) door condensatie
  • Door polymerisatie kunnen poly-sachariden gevormd worden
  • Zetmeel (amylose) in chloro- en amyloplasten planten, cellulose in celwanden planten, glycogeen in lever en spieren dieren

Slide 8 - Slide

Maak opdracht 32 t/m 35

Slide 9 - Slide

Eiwitten
(BiNaS67H)
  • Eiwitten: polymeren van aminozuren
  • 20 verschillende aminozuren.
  • Aminozuren bestaan uit een C-atoom, een aminogroep (–NH2), een carboxygroep (–COOH), een H-atoom en een restgroep.
  • Planten kunnen aminozuren assimileren uit glucose en nitraationen. Dieren kunnen alleen aminozuren assimileren uit andere aminozuren.
  • Essentiële aminozuren zijn aminozuren die dieren niet zelf (of onvoldoende) kunnen maken.
  • Niet-essentiële aminozuren zijn aminozuren die dieren wel zelf kunnen maken.

Slide 10 - Slide

Ruimtelijke bouw 
eiwitten
  • Primaire structuur: typen en volgorde aminozuren
  • Secundaire structuurspiraalstructuur (α-helix) ( bepaald door de vorming van waterstof- en zwavelbruggen
  • Tertiaire structuur: bepaald door de aantrekking en afstoting tussen hydrofiele en hydrofobe restgroepen (vouwing)
  • Quarternaire structuur: bepaald door de manier waarop meerdere  polypeptide-ketens samen één eiwit vormen

Slide 11 - Slide

Vetten
(BiNaS 67G)
  • Een vetmolecuul is vaak opgebouwd uit glycerol en drie vetzuren (bij fosfolipiden is één vetzuur vervangen door fosforzuur (zie BiNaS tabel 67G)).
  • Glycerol bestaat uit drie C-atomen waaraan drie OH-groepen zijn gebonden.
  • Vetzuur: bestaat uit lange ketens van CH2-groepen met aan het eind daarvan een carboxygroep (COOH).
  • Vetzuren zijn hydrofoob (waterafstotend) en daardoor lost vet niet goed op in water
  • Daarnaast zijn vetzuren apolair (positieve en negatieve ladingen van atomen vallen tegen elkaar weg)
  • Vetten worden opgeslagen als reservebrandstof.

Slide 12 - Slide

Celmembranen
  • Celmembranen zijn opgebouwd uit fosfolipiden
  • Bij een fosfolipide is één vetzuur van het triglyceride vervangen door een hydro-fiele fosfaatgroep.
  • Twee hydrofobe vetzuurstaarten 
  • Fosfolipiden vormen daarom een dubbele laag
  • Door knik in vetzuurstaart plooibaar
  • Aan buitenzijde membraan, tussen de verschillende cellen in, zit tussencelstof.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Huiswerk
  • Maak opdracht 35 t/m 42

  • Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen 
van B3 met de Test Jezelf

Klaar?
  • Neem de Context 'Duurzame eiwitten' door en maak opdracht 43

Slide 15 - Slide

Lesafsluiter B4


9.4.1
Je kunt de voortgezette assimilatie kunnen beschrijven

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 20 - Open question