What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voeding _ AK - Herhalingsles andere culturen en diëten
HERHALINGSLES
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
AANGEPAST KOKEN
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
6 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
HERHALINGSLES
Slide 1 - Slide
Voeding en termen
Even kort...
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan als ik HACCP zeg
Slide 3 - Open question
Snijplanken
Rood
voor rauw vlees
Blauw
voor vis
Geel
voor gevogelte zoals kip
Groen
voor groente
Bruin
voor gaar vlees
Wit
voor kaas, brood en eieren
Slide 4 - Slide
Consistentie is
A
De dikte van een gerecht
B
Het gewicht van een gerecht
C
Gemalen gerecht
D
Hoe mooi het gerecht is
Slide 5 - Quiz
Wat zijn bindmiddelen?
A
Linzen en ei
B
Griesmeel en peer
C
Zout en havermout
D
Rijst en appel
Slide 6 - Quiz
julienne
chinoise
brunoise
Slide 7 - Drag question
Wat is een rechaud?
A
Een kleine oven
B
Voorwerp om gerechten warm te houden
C
Een kleine stofzuiger
D
Een grillapparaat
Slide 8 - Quiz
Dieet
Soorten:
Energiearm
Suikerarm
Natriumarm
Glucosevrij
Glutenvrij...
Slide 9 - Slide
Welk voedingsmiddel mag er bij de volgede diëten niet worden gegeten?
Natriumarm dieet
Energiebeperkt dieet
Glutenvrij dieet
Lactose vrij dieet
Slide 10 - Drag question
Lieselot volgt een energiebeperkt dieet.
Welke voedingsmiddelen passen in haar dieet?
A
bruine boterham met 48+-kaas
B
wit kadetje met kookworst
C
roggebrood met sla en een plakje kipfilet
D
bruine boterham met ham
Slide 11 - Quiz
Jasmijn wil afvallen. Ze volgt daarom een energiebeperkt dieet.
Welke voedingsmiddelen zijn goed voor haar?
A
gebonden tomatensoep met room
B
sla
C
witbrood
D
Karbonade
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Video
suikerziekte wordt ook wel .... genoemd
A
COPD
B
diabetes
C
obesitas
D
dementie
Slide 14 - Quiz
Wat is een goede lichaamshouding? (ergonomie)
Slide 15 - Mind map
Slide 16 - Video
Ergonomie
Verstandig met je lichaam omgaan, dus letten op een goede houding.
Slide 17 - Slide
Vegetarisch eten
Sommige mensen vinden het zielig voor de dieren
Anderen vinden dat het ‘produceren’ van vlees belastend is voor het milieu.
Vegetarisch = geen producten van gedode dieren eten, maar wel andere dierlijke producten zoals melk, kaas en eieren.
Slide 18 - Slide
Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
gelatine
D
ansjovis
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Video
Wat is vegan en wat niet?
Vegan
Not vegan
Slide 21 - Drag question
Andere culturen
Moslims
Hindoes
Slide 22 - Slide
Je hebt diverse voedingsgewoonten. Welke uitspraken hoort bij Hindoeïsme?
A
Ze beschouwen het varken als heilig dier.
B
Ze beschouwen de koe als een heilig dier.
C
Ze vasten bij religieuze bijeenkomsten en bij sterfgevallen
D
Ze eten vaak alleen vegetarisch.
Slide 23 - Quiz
Kenmerken van de voeding van een moslim
A
Geen alcoholische dranken
B
Jaarlijks vasten (ramadan)
C
Vlees moet ritueel geslacht zijn
D
Geen varkensvlees
Slide 24 - Quiz
Welk voedsel mogen moslims wel eten?
A
Brood, Eieren, varkenskarbonade
B
eieren, yoghurt, halal kipfilet
C
Half-om-half gehakt, halal kipfilet, eieren
D
eieren, varkenskarbonade, yoghurt
Slide 25 - Quiz
Welke eetgewoonten verhogen het risico op hart- en vaatziekten?
A
veel groenten eten
B
veel dierlijke vetten eten
C
veel groenten eten
D
veel fruit eten
Slide 26 - Quiz
Allergenen en hygiëne
Uitleg en vragen
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Allergenen
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Handen wassen
A
Ergonomie
B
Milieu
C
Hygiëne
Slide 32 - Quiz
Geen schoenen met gladde zolen dragen
A
Milieu
B
Hygiëne
C
Ergonomie
Slide 33 - Quiz
De stofzuigerstang op de juiste hoogte instellen
A
Hygiëne
B
Ergonomie
C
Milieu
Slide 34 - Quiz
De juiste dosering gebruiken van schoonmaak middelen
A
Ergonomie
B
Milieu
C
Hygiëne
Slide 35 - Quiz
De kraan niet onnodig laten lopen
A
Milieu
B
Ergonomie
C
Hygiëne
Slide 36 - Quiz
Handschoenen dragen tijdens het werk
A
Milieu
B
Ergonomie
C
Hygiëne
D
Ergonomie en Hygiëne
Slide 37 - Quiz
Rekenen
regel van 3
Slide 38 - Slide
Recept omrekenen naar 10 pers.
* Eerst kijken hoeveel voor 1 persoon nodig hebt
bijvoorbijbeeld:
1 ei voor 4 personen = 1/4 of 0,25 per persoon
0,25 X 10 = 2,5 ei voor 10 personen
Je hebt dus 3 eieren nodig!
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Video
vragen?
Slide 41 - Slide
More lessons like this
M&G - Werken in een woondienstencentrum DEEL B
February 2021
- Lesson with
35 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Les 4 - 11 oktober 2024
October 2024
- Lesson with
50 slides
eetculturen
MBO
Studiejaar 2
Diëten voor Voedingslessen thema 6.1
March 2022
- Lesson with
13 slides
Zorg en Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Diëten
September 2021
- Lesson with
23 slides
MBO
Diëten
September 2021
- Lesson with
13 slides
Zorg en Welzijn
MBO
Studiejaar 1
ondersteunen bij maaltijden 3.7
October 2022
- Lesson with
52 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Diëten
January 2024
- Lesson with
21 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
Diëten
September 2024
- Lesson with
21 slides
MBO