AMS H2C Kap. 9 W10 S1 NK

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

HV2A Kapitel 8 Neue Kontakte flex

Schneeklöckchen, Gänseblümschen und Sonnenhut

Planung dieser Stunde

1  Anwesend?      +    wichtiger Termin, Klassenarbeit Kapitel 9 (Woche vom 12 und 19 April!)

2 Hörverstehen üben (10 Minuten)

3 Kapitel 9  (bis 15 Minuten)

4 Aufteilung in 2 Gruppen, Heimgruppe und Schulgruppe (bis 10 Minuten pro Gruppe)

5 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback)

        

3 Hörverstehen

https://www.wdrmaus.de/filme/sachgeschichten/festmacher.php5

+

7 Fragen zum Film

Wie lang ist das Schiff?

1. 100 Meter
2. 200 Meter
3. 300 Meter
4. 400 Meter

Welche Sicherheitsvorkehrungen legen die Männer an (2)?

Was ist das Auge vom Tau?

1. een lus
2. een oog
3. het eind
4. het begin

Warum wird das Tau mit dem Auto transportiert?

Warum kommt ein Blech über dem Seil/Tau?

1. om verstekelingen te weren
2. om te voorkomen dat de touwen tegen elkaar komen
3. om te voorkomen dat ratten aan boord komen
4. voor de sier

Mit wieviel Tauen wird das Schiff festgemacht?

1. 8
2. 10
3. 12

Wie heißt dieser Beruf?

3 Kapitel 9 (bis 15 Minuten)

1 persoonlijk voornaamwoord  // persoonsvorm

2 onderwerp (Nominativ =1.) 

   lijdend voorwerp (Akkusativ=4.)  

   meewerkend voorwerp(Dativ=3.)

3 Präpositionen +4 (schon gelernt) und +3 (neu)

Wat weten we hiervan?

Wat gaan we leren?

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen

Kapitel 9

Mijn moeder heeft voor de broer een Moped (o) gekocht.

Meine Mutter hat für den Bruder ein Moped gekauft.

Mijn oom rijdt om hem heen met de fiets.

Mein Onkel fährt um ihm rum mit dem Rad. 

4 Aufteilung der Klasse in Gruppen

Schulgruppe 

Heimgruppe

Doel: met de helft van de klas kunnen overleggen.

Heb je een vraag?

Is er iets onduidelijk?

Wil je iets uitgelegd hebben?

oder  

Bezig met het huiswerk. (steht schon im Magister)

5 Ende der Stunde

Fragen zum Schluss.

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen

Wat heb je deze les gedaan?

Wat heb je in deze les geleerd?

Wat vond je leuk in deze les?

Wat wil je in de volgende les doen?

Bedankt voor jullie aandacht!

Tot de volgende keer.

Vragen via de mail of als we nog tijd over hebben,  wacht nog even, dan sta ik je te woord.