Didactiek 3.6.

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Inloop

Bij binnenkomst ga je aan de slag met een van de volgende opdrachten:

• Kanjertraining (4 petten)
• Creativiteit stimuleren (denksleutels)
• les ontwerpen (communicatie)

Didactiek 3.6.

Vang de bal

• Wat is het verschil tussen een zender en ontvanger? 
• Wat is het verschil tussen verbale - en nonverbale communicatie?
• Wat is het verschil tussen interne en externe ruis?

Lesdoelen 3.7. 

• De student kent de regels van feedback geven en ontvangen
  
• De student oefent met het geven en ontvangen van feedback en zorgt ervoor dat de gegeven feedback wordt onderbouwd
  
• De student kan een positieve en een negatieve eigenschap van zichzelf benoemen. 

Paragraaf 7.3.

Feedback geven is een vak

Bekijk het filmpje

• Wat valt je op aan de manier van feedback geven?

Feedback 

Als je samenwerkt dan geef je en ontvang je regelmatig feedback. Feedback kan ook opgevat worden als kritiek. 

Dit kan invloed hebben op je zelfbeeld.

Eigen ervaring stage

3 G methode (grondstoffen)

1. Gedrag: Welk gedrag laat die persoon zien waar je feedback op wilt geven. Gebruik de IK-boodschap: 'Ik zie dat... / ik hoor dat .... / ik voel dat ...'
2. Gevolg: Zeg hoe het gedrag van de ander voor jou is. Vertel wat en hoe je het graag anders wilt zien. 
3. Gewenst gedrag: Zoek samen een oplossing en sluit positief af. 

Feedback spel

We gaan feedback geven en ontvangen in de praktijk brengen. 

Het spel bestaat uit:

• Feedback geven denk-vragen
• Feedback geven doe-vragen
• Feedback ontvangen denk -vragen
• Feedback ontvangen doe-vragen

Terugkoppeling werkvorm

Groepsverantwoordelijke: 

• Wat viel er op?
• Hebben jullie de 3G stappen gebruikt?
• Wat ging er goed?
• Wat kon er beter? 

Feedback is altijd gericht op een persoonlijkheid

1. Ja!
2. Nee..

Feedback geven doe je vanuit de Ik-boodschap

1. Ja!
2. Nee..

Eindopdracht uitvoeren

Beoordeel een eindopdracht en een verantwoordingsverslag van je buurman / buurvrouw en geef vervolgens feedback. 

1. Ik lees dat .. 

2. maar in de eindopdracht staat.. / maar in een verantwoordingsverslag hoort te staan.. 

3. Dus voor de kwaliteit van de opdracht kan je beter..

Eindopdracht uitwerking

Nadat de eindopdracht is uitgevoerd:

• Geef bij alle 3 de stappen aan wat je aan feedback hebt gegeven. 

• Geef bij alle 3 de stappen aan wat je aan feedback hebt gekregen.

Geef bij beide punten aan wat je lastig én fijn vond aan de manier van feedback geven en ontvangen & waarom!