Kleuter en schoolkind

Theorie kleuter en schoolkind
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
mens en activiteitMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 225 min

Éléments de cette leçon

Theorie kleuter en schoolkind

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Eerst de theorie van kleuter
Daarna schoolkind
Filmpje over 4- en 5-jarige
Kleine toets over theorie vandaag
Een kinderfeestje organiseren

Slide 2 - Diapositive

Kleuters

Slide 3 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling
Woordenschat:
De kleuter kent op ongeveer 4-jarige leeftijd zo’n 1500 woorden. Op zijn 5e jaar zijn dat er al zo’n 2000! Ook weet de kleuter nu woorden te combineren tot hele zinnen van wel zes woorden. Kleuters hebben een enorme fantasie, een fantasie waar de kleuter zelf heel sterk in gelooft.
Maar de kleuter begrijpt net als de peuter nog niet helemaal wat oorzaak en gevolg is.
De kleuter denkt prelogisch. (De kleuter ziet niet dat het een het gevolg is van het ander.)
Ook op school wordt er veel gepraat over de wereld om de kleuter heen. Hij maakt al een begin met letters lezen en ordenen (rekenen), als voorbereiding op het echte leren in groep 3. Langzaam leert hij om op een abstracte manier over de wereld na te denken. Bovendien wordt de peuter door de voortdurende omgang met leeftijdsgenoten minder egocentrisch.

Slide 4 - Diapositive

Lichamelijke ontwikkeling
De kleuter is niet meer zo mollig als in de peuterfase, de kleuter is ook langer geworden en wat gespierder. De kleuter kan nu wel doelgerichter handelen, zo kan hij bijvoorbeeld kopje rollen en veters strikken.
De meeste kinderen nemen zwemles of gaan op een andere sport om spieren goed te beheersen. In deze periode groeit je kind ongeveer 6 centimeter en word 2 kilo zwaarder. Ook word de kleuter in deze tijd rechts of links handig met schrijven.
De kleuter wil zo zijn als de ouder.
De kleuter doet de ouder na en imiteert. (Je wil zijn zoals iemand ander.)
De kleuter leert in deze fase te spelen met andere kinderen, de kleuter speelt graag
In deze fase ontstaan vriendschapsrelaties. De kleuter leert dan ook anderen te helpen en te delen

Slide 5 - Diapositive

Motorische ontwikkeling
De tekenvaardigheid van de kleuter is beter geworden, de fijne motoriek is nu ook goed ontwikkelt.
Zo kan de kleuter gedetailleerde tekeningen maken en met zes jaar leert de peuter ook cijfers en letters schrijven.

Slide 6 - Diapositive

Sociaal-emotionele ontwikkeling
Naar school gaan zorgt voor een hoop nieuwe uitdagingen op sociaal en emotioneel gebied. Tijdens het samen spelen en samen praten leert hij dat hij op zijn beurt moet wachten en dat hij problemen niet kan oplossen met een klap. Terwijl hij de realistische wereld steeds beter gaat begrijpen, speelt fantasie nog steeds een belangrijke rol. De kleuter leeft in 2 werelden: de echte wereld, waarin dingen zichtbaar, hoorbaar en voelbaar zijn en een fantasiewereld. Daarin speelt de fantasie van het kind een grote rol. Of de kleuter nu alleen speelt of met andere kinderen: vaak speelt hij een fantasiespel waarin hij allerlei rollen vervult. Daarbij bepaalt hij zijn eigen regels. Nog steeds kan je kleuter bang zijn voor verschillende dingen. Daarbij speelt zijn fantasie nog steeds een rol.

Slide 7 - Diapositive

Wat kun je verwachten van een kleuter?
Ik kan nog niet…                                                                             Ik kan al…
Tegen mijn verlies                                                                         Rekening houden met anderen
Spelregels zien als afspraken                                                 Gezelschapsspelletjes doen
Goed delen                                                                                       Mijn goede manieren laten zien
Boete doen om iets wat niet mocht                                     Gehoorzamen aan afspraken
Oorzaak en gevolg overzien                                                     Veertig minuten alleen spelen
Verantwoord alleen op de stoep spelen                            Taakjes in huis doen 
Op excursie, alleen naar het toilet                                         Mijn naam schrijven 
Waaromvragen beantwoorden                                              Bij vrienden logeren 
Verder dan morgen kijken                                                         Mijn zwemdiploma halen












Slide 8 - Diapositive

Schoolkind

Slide 9 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling
Het schoolkind praat duidelijk en heeft een grote woordenschat.
Ook ontwikkeling van het denken, taal en sociale ontwikkeling gaan hand in hand met lichamelijk ontwikkeling.

Tijdens deze ontwikkelingen kunnen zich door stoornissen of problemen in ( delen van ) de ontwikkeling openbaren. 
Gedragsproblemen, leerproblemen, emotionele problemen- nog niet ontdekte- fysieke problemen uiten zich vaak in gedrag- en of leerproblemen.
Bij 2 tot 5% van de schoolgaande kinderen is er sprake van aandachtsstoornissen.
Bij jongens komen deze aandachtsstoornissen gemiddeld vijf keer zoveel voor als bij meisjes.
Een hele bekende vorm van aandachtsstoornissen is ADHD.


Slide 10 - Diapositive

Lichamelijke ontwikkeling
Bij het schoolkind worden de armen en benen langer. Het gezicht wordt minder mollig en rond en het krijgt andere trekken. de melktanden vallen uit en er komen nieuwe grote mensen tanden door. Tegen het einde van de lagere school kan een meisje haar eerste menstruatie krijgen. (ongeveer 12 jaar)

Vanaf een jaar of 8 ontdekken kinderen steeds meer verschillende kanten van zichzelf en weten ze ook dat een persoon tegengestelde gevoelens of kwaliteiten kan hebben. Ze worden steeds bewuster van de mening van anderen en vergelijken zichzelf ook met anderen of met hoe ze zouden willen zijn. Daardoor wordt de zelfwaardering steeds realistischer en kunnen kinderen over bepaalde kenmerken of vaardigheden van zichzelf onzeker zijn. In deze leeftijdsfase kunnen kinderen zich dan ook wel eens ineens ongemakkelijk voelen in gezelschap. De meeste kinderen willen zich niet meer uitkleden waar volwassenen bij zijn en lopen niet meer in hun blootje.

Slide 11 - Diapositive

Sociaal-emotionele ontwikkeling
Het schoolkind wordt steeds meer zelfstandiger en leert om te gaan met andere kinderen op de basisschool. Ze zijn wel zelfstandig, maar toch ook wel weer kwetsbaar, als ze bijvoorbeeld gepest worden.
Het schoolkind kan nu goed samenwerken met andere kinderen.
De leeftijdgenoten, de “peergroup” wordt steeds belangrijker voor het kind.
In de ‘peergroup” spelen meisjes met meisjes en jongens met jongens. Schoolkinderen zijn er sociaal en spelen graag met veel vriendjes en vriendinnetjes.


Vriendelijkheid heeft 4 groepen:

Dominantie: het kind wil de baas spelen, is nadrukkelijk aanwezig, wil winnen bij iedere sport en elk spel
Altruïsme: het kind is zorgzaam, vriendelijk en trouw
Genegenheid: het kind is gevoelig, aanhankelijk, heeft behoefte aan warmte en genegenheid
Meegaandheid: eerlijk, accepteert grenzen, niet agressief

Slide 12 - Diapositive

1

Slide 13 - Vidéo

04:01
Gaat het meisje delen?

Slide 14 - Question ouverte

1

Slide 15 - Vidéo

04:34
Verklapt Senna het geheim?

Slide 16 - Question ouverte

Toets
Ga naar Fronter. Daar staat een toets voor jullie klaar. Voor deze toets krijg je 15 minuten.

Als je klaar bent, pak je je aantekeningen erbij en bekijk je je leerdoel.

Slide 17 - Diapositive

Kinderfeestje organiseren
Je gaat met een drietal een kinderfeestje organiseren. Je budget is €15 per persoon en het kinderfeestje is voor 10 personen. Hoe oud de jarige wordt mag je zelf weten. Je bepaalt ook zelf of het jongens of meisjes zijn of gemixt. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 20 - Question ouverte

Bedankt voor deze les 

Slide 21 - Diapositive