Constructivisme in de basisschool: Kennis en toepassing

Constructivisme in de basisschool: Kennis en toepassing

Lesdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat het constructivisme is en hoe je het kunt toepassen in het basisonderwijs.

Wat weten jullie al over het constructivisme?

Wat is het constructivisme?

Het constructivisme is een onderwijsbenadering waarbij leerlingen actief betrokken zijn bij het construeren van kennis en begrip.

Kenmerken van het constructivisme

1. Leerlingen bouwen kennis op door ervaringen en interactie. 2. Leerlingen construeren hun eigen betekenis. 3. Leren is een sociaal proces.

Activerende werkvormen

1. Groepsdiscussies. 2. Probleemoplossen in groepjes. 3. Rollenspellen. 4. Projectmatig werken.

Toepassing op de basisschool

1. Stimuleer samenwerking tussen leerlingen. 2. Gebruik open vragen om kritisch denken te bevorderen. 3. Geef leerlingen ruimte om zelf oplossingen te bedenken.

Wat kun je ermee op de basisschool?

1. Leerlingen actief betrekken bij het leerproces. 2. Leerlingen stimuleren om zelfstandig te leren. 3. Leerlingen helpen bij het ontwikkelen van probleemoplossende vaardigheden.

Voorkennis van de studenten

1. Wat weten jullie al over het constructivisme? 2. Hebben jullie ervaring met het toepassen van het constructivisme in de klas?

Samenvatting

We hebben geleerd dat het constructivisme een onderwijsbenadering is waarbij leerlingen actief betrokken zijn bij het construeren van kennis. We hebben ook besproken hoe het constructivisme kan worden toegepast in het basisonderwijs.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.