Hst 7 Het rekenen met prijzen, btw en winst

Hst 7 Het rekenen met prijzen, btw en winst

Retail & Styling
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hst 7 Het rekenen met prijzen, btw en winst

Retail & Styling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?
  • hoe de bruto-verkoopprijs opgebouwd is
  • de bruto-verkoopprijs te berekenen
  • de netto-verkoopprijs te berekenen
  • de btw te berekenen
  • de winst te berekenen
  • hoe prijzen tot stand komen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H7.1 Waaruit bestaat de consumenten prijs 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto-verkoopprijs
Bruto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs
btw

Er zijn 2 manieren om de 3 bedragen uit te rekenen:
  1. Vanuit de netto-verkoopprijs (bruto-verkoopprijs - btw)
  2. Vanuit de bruto-verkoopprijs (= netto-verkoopprijs + btw)

Slide 5 - Diapositive

In de bruto-verkoopprijs zit een gedeelte btw (belasting toegevoegde waarde). 
BTW =
  • 0% = goederen van Nederland naar het buitenland
  • 9% = goederen en diensten
  • 21% = dienstverlening en duurzame producten
BTW Tarieven
  • 21 % luxe producten en bijna alle diensten
  • 9 % (eten/drinken, krant, medicijnen, kapper fietsenmaker.
  • 0 % (export/medische hulp/onderwijs/jeugdzorg)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs            100%                        100%
Btw                                 +              9%+        of           21%+
Bruto-verkoopprijs             109%                        121%


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld...
De netto-verkoopprijs van een T-shirt is €15,60. Je berekent het btw bedrag en de bruto-verkoopprijs.
1. Btw bedrag berekenen
  • 15,60 : 100 x 21 = €3,28 of   21 : 100 x 15,60= €3,28
2. Bruto-verkoopprijs berekenen
  • bruto-verkoopprijs = 15,60 + 3,28 = €18,88
3. Bruto verkoopprijs in één keer
  • 15,60/100 x 121 = €18,88

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H7.2 Hoe bereken je de btw

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

btw berekenen
2 manieren;
1. Je weet de netto verkoopprijs, dus de prijs zonder btw 
2.Je weet de consumentenprijs, dus de prijs met btw.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe doe je dat met 9% ?




Hoe doe je dat met 21 %



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Btw berekenen vanuit consumentenprijs

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe doe je dat met 9% ?



Hoe doe je dat met 21% ?



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H7.3  Hoe bereken je de consumentenprijs?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Berekenen consumentenprijs
Onthoud twee dingen:
1. De nettoverkoopprijs is altijd 100%
2. De btw-percentages zijn 9 of 21%

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van verkoopprijs naar consumentenprijs (9%)
Van verkoopprijs naar consumentenprijs (21%)

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van consumenten prijs naar verkoopprijs (9%)
Van consumenten prijs naar verkoopprijs (21%)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H7.4 Waaruit bestaat de netto verkoopprijs

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto-verkoopprijs
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs
brutowinst opslag

Slide 20 - Diapositive

In de bruto-verkoopprijs zit een gedeelte btw (belasting toegevoegde waarde). 
BTW =
  • 0% = goederen van Nederland naar het buitenland
  • 9% = goederen en diensten
  • 21% = dienstverlening en duurzame producten
Netto-verkoopprijs
Inkoopprijs                                100%                        
Bruto Winst opslag +              40% +               
Netto-verkoopprijs               140%                       


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld...
De Inkoopprijs van een spijkerbroek €50. De Brutowinstmarge bedraagt 50% van de inkoopprijs.

1. Brutowinstmarge bereken
  • €50 : 100 x 50% = €25 of 50 : 100 x €50 = €25
2. Netto-verkoopprijs berekenen
  • € 50 + € 25 = € 75 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor afzet =
A
omzet
B
verkoopprijs
C
aantal verkochte artikelen
D
inkoopwaarde

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een I phone is € 300. De brutowinstmarge is 400%. Bereken de netto verkoopprijs
A
€ 400
B
€ 700
C
€ 1200
D
€ 1500

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kostprijs van een spijkerbroek is
€ 15. De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 50. Bereken de kostprijs in procenten van de verkoopprijs.
A
10%
B
20%
C
30%
D
50%

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Saim B.V. heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000.
Wat is de Netto winst?
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 150.000

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Coen koopt voor € 2,99 een doosje frambozen (inc 9% btw). Wat is de verkoopprijs exclusief btw
A
2,47
B
3,17
C
2,74
D
3,62

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Yoshua koop een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions