Een zout bestaat uit positieve en negatieve ionen. Deze ionen samen vormen een ionrooster. De bindingen tussen de ionen heten ionbindingen. Een ionbinding is een zeer sterke binding.
Slide 7 - Diapositive
Natriumchloride (NaCl)
Metaal-ion = natrium. Staat 1 elektron af, wordt Na+.
Niet-metaal ion = chloor. Neemt 1 elektron op, wordt Cl-.
Namen: natrium-ion en chloride-ion
Zout heet natriumchloride, NaCl.
Formule van een zout noem je de verhoudingsformule (niet molecuulformule!).
Slide 8 - Diapositive
Verhoudingsformule
Slide 9 - Diapositive
Verhoudingsformule
Slide 10 - Diapositive
Verhoudingsformule
De verhoudingsformule van IJzer(III)sulfaat is;
WAAROM? -->
Schrijf de aantekening op het bord mee in je schrift.
(zie tabel 1 op p. 16 wb deel 4B voor de ionen)
Slide 11 - Diapositive
Verhoudingsformule
Geef de verhoudingsformule van:
1. Bariumoxide
2. Magnesiumfosfaat
3. Natriumsulfide
4. Ijzer(III)chloride
5. zilvercarbonaat
6. ammoniumjodide
Probeer eerst samen in 2-tallen (ca. 10 min),
daarna bespreken we het op het bord.
Tip: gebruik tabel 1 op p. 16 (wb deel 4B)
Slide 12 - Diapositive
Maak een keuze...
- Je mag meedoen met de LessonUp --> dan pak je je iPad erbij en log je in bij LessonUp .
(open geen andere programma's op je iPad, want dan lig je uit LessonUp)
OF
- Je mag aan de slag met de opdrachten van 4.1 (p. 20-23)
Beide opties voer je alleen uit, zonder overleg.
Slide 13 - Diapositive
Geef de naam van de binding die tussen ionen voorkomt.
A
Ionbinding
B
Dipool-ionbinding
C
Dipool-dipoolbinding
D
Datieve binding
Slide 14 - Quiz
Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een nietmetaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee nietmetalen
Slide 15 - Quiz
Welk deeltje heeft een ionbinding?
A
F2
B
NaCl
C
Fe
D
Fe + Cr
Slide 16 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van kaliumfluoride?
A
KF
B
CaF
C
KF₂
D
CaF₂
Slide 17 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van Magnesiumchloride?
A
MgCl
B
Mg2Cl
C
MgCl2
D
Mg2Cl2
Slide 18 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)
Slide 19 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van calciumfosfaat?
A
CaPO4
B
Ca2(PO4)3
C
Ca3(PO4)2
D
Ca3PO4
Slide 20 - Quiz
Aan de slag!
Doe je iPad weer in je tas en start met de opdrachten van 4.1 (p. 20-23 wb deel 4B).