Les 2 vraag en aanbod

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Werkloosheid

Hoofdstuk 3

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat de vraag naar arbeid is.

• Ik kan uitleggen wat het aanbod van arbeid is.

• Ik kan uitleggen wat een ruime en krappe arbeidsmarkt is.

Vraag naar arbeid

Bedrijven vragen naar arbeiders.

Dit noemen we de vraag naar arbeid.

Dit zijn alle arbeidsplaatsen die al zijn vervuld en alle vacatures samen.

Aanbod van arbeid

Personeel biedt zichzelf aan om ergens te gaan werken.

Dit noemen we het aanbod van arbeid.

Dit zijn alle werkenden en werkzoekenden samen

Steven is de eigenaar van een supermarkt. Hij is op zoek naar 10 nieuwe vakkenvullers. Dit valt onder?

1. Vraag naar arbeid
2. Aanbod van arbeid

Tessa werkt als kok in een restaurant. Ze doet dit 30 uur in de week. Dit valt onder

1. Vraag naar arbeid
2. Aanbod van arbeid

Dirk is automonteur en op zoek naar een nieuwe baan. Dit valt onder?

1. Aanbod van arbeid
2. Vraag naar arbeid

www.rtlnieuws.nl

Krappe/gespannen arbeidsmarkt

Er is een tekort op de arbeidsmarkt.

De vraag naar personeel is groter dan het aanbod van personeel.

Werkgevers moeten hier erg hun best doen om personeel te vinden.

Oplossingen krappe arbeidsmarkt

1. Van parttime naar fulltime.

2. Later met pensioen gaan.

3. Arbeidsmigranten naar Nederland halen.

4. Arbeidsvoorwaarden verbeteren.

Past elke oplossing bij ieder bedrijf?

Welke oplossing is het meest geschikt?

Ruime arbeidsmarkt

Er is een overschot op de arbeidsmarkt.

Het aanbod van personeel is groter dan de vraag naar personeel.

Werkgevers komen makkelijk aan personeel.

In een kledingwinkel is plaats voor 2 nieuwe collega's. Er willen 7 mensen komen werken.

Dit is een voorbeeld van?

1. Krappe arbeidsmarkt
2. Ruime arbeidsmarkt

Bij een school zoeken ze 4 nieuwe collega's. Er heeft niemand gereageerd op de vacature

Dit is een voorbeeld van:

1. Ruime arbeidsmarkt
2. Krappe arbeidsmarkt

Aan de slag

Opdracht 3, 4, 5, 6 en 9 op blz. 76

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat de vraag naar arbeid is.

• Ik kan uitleggen wat het aanbod van arbeid is.

• Ik kan uitleggen wat een ruime en krappe arbeidsmarkt is.