Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Nederlands

Start les

Zit je op je eigen plek?

Is je mobiel uit het zicht?

Zijn je oortjes uit?

Hangt je jas aan de kapstok?

Zijn je pet en capuchon af?

Je bent stil bij start les.

Planning

5 minuten start

10 minuten cabaret

10 minuten uitleg

20 minuten maken opdracht

5 minuten bespreken

5 minuten afsluiting

Doel deze les

Je weet het verschil tussen een feit, mening en een argument.

Je weet hoe ze kan opzoeken in een tekst.

Lesdoelen

• Je kent de termen: hoofdzaken, kernzinnen en hoofdgedachte
• Je kent de termen: feit, mening, argument
  

Lesdoelen

• Je kunt feiten, meningen en argumenten uit een tekst halen
• Je kent de verschillende tekstdoelen
• Je kunt de verschillende tekstdoelen herkennen

Cabaretdag

Cabaretier: Daniël Arends

Aflevering: Ferry Important

Doel: ik weet wat feiten, meningen en argumenten zijn. Deze kan ik herkennen in een tekst.

Feit:

Mening:

Argument:

Feit, mening en argument

Feit: Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.

Mening: 

Argument:

Feit, mening en argument

Feit: Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.

Mening: Bij een mening kun je het ermee eens of oneens

                           zijn. De een vindt van niet, de ander van wel.

Argument:

Feit, mening en argument

Feit: Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.

Mening: Bij een mening kun je het ermee eens of oneens

                           zijn. De een vindt van niet, de ander van wel.

Argument: Een argument gebruik je om iemand te overtuigen.

Feit, mening en argument

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.

Een telefoon leid af.

"Je moet je telefoon bij je kunnen houden in de klas."

Feit / Mening / Argument

Je telefoon is van jou, daar mag niemand anders zomaar aan zitten.

Een telefoon leid af.

Als iemand belt voor iets belangrijks, dan kun je niet snel opnemen.

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je over het algemeen slechter."

Feit / Mening / Argument

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je slechter."

Feit / Mening / Argument

"Als je vlak voordat je gaat slapen nog veel op je telefoon zit,
dan slaap je slechter."

Feit / Mening / Argument

Blauw licht uit beeldschermen onderdrukt het slaapopwekkende hormoon melatonine.

Maken opdracht 1 en 2 blz. 92

Je werkt fluisterend. Klaar? Lezen uit je leesboek.

Opdrachten

Maak van het onderdeel lezen:

• Blok 3 pagina 92 - opdracht 1 en 2
• 
  
  

Klaar:

• Oefenen online of lezen.

Uitleg

• Kernzinnen: 1e of laatste zin van een alinea
• Hoofdzaken: alle belangrijke dingen (titel+kernzinnen)
• Hoofdgedachte: 1 zin waar de hele tekst over gaat
• Mening: wat iemand vindt
• Feit: iets wat vaststaat, kun je bewijzen
• Argument: reden waarom je iets vindt (omdat..want..immers..vanwege..)
  

Evaluatie

• Zijn de opdrachten af?
• Ken je de termen: hoofdzaken, kernzinnen en hoofdgedachte
• Ken je de termen: feit, mening, argument
  

Doelen deze les

Volgende les

Afsluiting

Zijn er nog vragen?

Controleer of je huiswerk hebt

Nederlands

Start les

Zit je op je eigen plek?

Is je mobiel uit het zicht?

Zijn je oortjes uit?

Hangt je jas aan de kapstok?

Zijn je pet en capuchon af?

Je bent stil bij start les.

Planning

Doel

Pak je leesboek erbij!

Je gaat 15 minuten lezen.

 

Doelen deze les

Volgende les

Afsluiting

Zijn er nog vragen?

Controleer of je huiswerk hebt

Nederlands

Start les

Zit je op je eigen plek?

Is je mobiel uit het zicht?

Zijn je oortjes uit?

Hangt je jas aan de kapstok?

Zijn je pet en capuchon af?

Je bent stil bij start les.

Planning

Doel

Pak je leesboek erbij!

Je gaat 15 minuten lezen.

 

Doelen deze les

Volgende les

Afsluiting

Zijn er nog vragen?

Controleer of je huiswerk hebt