HH Module 5 Versie 2

Herhaling Module 5
Deze LessonUp test je kennis van Module 5.
Voorkennis is Module 1 (ionen in oplossing) en Module 3 (chemisch rekenen, concentraties).
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Module 5
Deze LessonUp test je kennis van Module 5.
Voorkennis is Module 1 (ionen in oplossing) en Module 3 (chemisch rekenen, concentraties).

Slide 1 - Diapositive

Malonzuur heeft als formule C₃H₄O₄. Geef de vergelijking van de eerste ionisatietrap.

Slide 2 - Question ouverte

Malonzuur is tweewaardig. Wat is de formule van de zuurrest van malonzuur?

Slide 3 - Question ouverte

Een oplossing van malonzuur wordt verdund. Wat gebeurt er met de pH?
A
blijft gelijk
B
stijgt
C
daalt
D
niet te zeggen

Slide 4 - Quiz

Leg uit of het zinvol is de pH van een oplossing
van malonzuur met fenolftaleïen te meten.
Gebruik tabel 52.

Slide 5 - Question ouverte

Een oplossing van malonzuur kleurt a) thymolblauw geel,
b) methyloranje oranjegeel, c) broomkresolgroen groen en
d) broomfenolrood geel.
Leg uit wat de pH van deze oplossing is.

Slide 6 - Question ouverte

Bereken [H⁺] in een oplossing met pH = 4,10.

Slide 7 - Question ouverte

Stel dat de H⁺ van de vorige opgave afkomstig is van fosforzuur, H₃PO₄. Wat is [H₃PO₄] dan?

Slide 8 - Question ouverte

Gegeven [H₃PO₄] van de vorige opgave. (Geen resultaat, dan 0,50 M.) Hoeveel mol zuur bevindt zich in 250 mL oplossing?

Slide 9 - Question ouverte

De fosforzuuroplossing wordt met water aangevuld tot 750 mL. Wat is nu de pH geworden?

Slide 10 - Question ouverte

Natriumhypochloriet, NaClO, is een goed oplosbaar vast zout dat bestaat uit natrium- en hypochlorietionen.
Geef de oplosvergelijking van dit zout inclusief toestandsaanduidingen.

Slide 11 - Question ouverte

Hypochlorietionen reageren net zo met water als ammoniak. Geef de reactievergelijking van hypochlorietionen en water.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is [OH⁻] in een oplossing met pH = 10,50?

Slide 13 - Question ouverte

Stel dat [OH⁻] in die oplossing afkomstig is van gereageerde hypochlorietionen.
Wat is [NaClO] dan?

Slide 14 - Question ouverte

Geef de zuur-basereactievergelijking tussen
ammonia en verdund salpeterzuur.

Slide 15 - Question ouverte

Geef de zuur-basereactievergelijking tussen
kalkwater en verdund zoutzuur.

Slide 16 - Question ouverte

Geef de zuur-basereactievergelijking tussen
barietwater en verdund zwavelzuur.

Slide 17 - Question ouverte