Week 6 Tomatensoep

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Tomatensoep

Wat heb je vorige week gemaakt?

Lesdoelen

• De leerling kan vertellen wat eetbare delen van planten zijn.
• De leerling kan het verschil tussen peulvruchten en vruchtgroente vertellen.

Theorie Groente

Groente = de eetbare delen van planten

Groente = gezond en veel vitamine C

Groente = 90 % water, geen vet, veel vitaminen en mineralen.

Seizoensgroenten: zomer en winter

Seizoen = buiten op de koude volle grond.

Hele jaar = binnen in kassen (glazen schuren)

Groente bevat veel vitamine?

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoe worden seizoensgroente geteeld?

1. Buiten op koude volle grond
2. Binnen in kassen

Wat betekend seizoensgroenten?

1. Groente die in een deel van het jaar verkrijgbaar zijn.
2. Groente die het hele jaar verkrijgbaar zijn
3. Verzonnen groente

Eetbare delen

Welke delen kunnen wij eten en hoe heten ze?

Wortel of knol                                 Peulen

Stengels                                           Koolsoorten

Bladeren                                           Uisoorten

Vruchten

Vruchtgroente

Vruchtgroente = groente met de meeste kleuren (kleurrijk)

Oorsprong uit gebieden warm & zonnig

Nederland vooral in kassen.

Voorbeelden: Tomaat, komkommer, augurk, 

paprika, courgette & aubergine

Peulvruchten

Peulvruchten = groente die in een peul groeien.

Peulvruchten = altijd langwerpig en moet je koken

Ook de zaden worden als peulvruchten gegeten

Voorbeelden: sperziebonen, haricot verts, 

peultjes, snijboon, tuinboon, 

doperwt & linzen

Wat zijn eetbare delen van de plant?

In de volgende dia krijg je een sleepvraag.

Kijk rustig welk woord bij welk plaatje hoort

Peulvrucht

Vruchtgroente

Eetbare delen

Seizoenen

Wat is het verschil tussen peulvruchten en vruchtgroente?

Planten

Plant: Leeft deels onder de grond deels erboven.

Wortels: water en voeding uit de grond en stevig staan.

Stam: stevigheid, groeien in de lengte en breedte 

             & water vervoeren door de plant.

Bladeren: verdamping van water. Hierdoor blijft er water 

                     vanuit de wortels omhoog komen.

Planten

Bloemen: belangrijk voor voortplanting

Voortplanting vindt plaats doormiddel van bestuiving.
Op welke manier vindt er bestuiving plaats?

Vaktaal

• Groente
• Tomatensoep
• Eetbare delen
• Vermicelli
• Peulgroente

voorbereiding

we gaan pastasalade met tonijn maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Materialen

• Blikopener
• Eetlepel
• Garde
• Maatbeker
• Soepkom
• Soeplepel
• Spatel
• Steelpan
• Theelepel

Ingrediënten:

• Tomatenpuree 70 gram
• Margarine 15 gram
• Bloem 15 gram
• Water 500 milliliter
• Vermicelli 20 gram
• Groentebouillon 1 tablet
• Gehakte peterselie 0,5 theelepel

uitvoeren

je gaat nu de pastasalade met tonijn maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

• Zet je steelpan op het fornuis, zet het vuur laag.
• Smelt de margarine.

Stap 2

• Doe de tomatenpuree erbij.
• Roer het zachtjes 1 minuut door.

Stap 3

• Haal de pan van het vuur.
• Doe de bloem erin.
• Roer met de spatel door elkaar.

Stap 4

Zet de steelpan terug op het vuur.

Stap 5

• Laat het 1 minuut garen op laag vuur.
• Blijf roeren.

Stap 6

• Doe het water in de steelpan.
• Roer met de garde alle klonten eruit.
• Doe de bouillontablet erbij.

Stap 7

• Zet het vuur hoog.
• Breng de soep aan de kook.
• Zet het vuur laag als het kookt!

Stap 8

Doe de vermicelli in de soep en laat deze 10 minuten koken.

Stap 9

Blijf met de spatel over de bodem roeren.

Breng op smaak met peper & zout.

Stap 10

• Doe de soep in de soepkom.
• Strooi de peterselie over de soep.
• Zet de soepkom op de schotel.

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat de ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding