Mijn proefles

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

6.1: De bijzonder plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

Wat bedoelen we met onderstaande termen?

Staatkundig (waarom staatkundig bijzonder)

Economisch (waarom economisch bijzonder)

Cultureel (waarom cultureel bijzonder)

Staatkundig = politiek / bestuur van een land.

Lees onderstaande tekst goed door!

Het bestuur van de Republiek was sterk verbonden met de economie. Burgers uit rijke handelsfamilies zaten in het stadsbestuur, de Gewestelijke Staten en de Staten-Generaal. Zo konden zij maatregelen nemen die nodig waren om de economie te laten bloeien.

Hiermee was de Republiek een uitzondering in Europa. In de meeste andere Europese landen trokken koningen steeds meer macht naar zich toe, waardoor de machtspositie van de burgers juist verslechterde.

Het bestuur van de Republiek was sterk verbonden met de      

Burgers uit rijke handelsfamilies zaten in het                    , de Gewestelijke Staten en de Staten-Generaal. 

Zo konden zij                      nemen die nodig waren om de economie te laten 

Hiermee was de Republiek een uitzondering in 

In de meeste andere Europese landen trokken               steeds                  naar zich toe, waardoor de machtspositie van de                juist verslechterde.

Sleep de onderstaande woorden naar de juiste plek.

economie

stadsbestuur

maatregelen

bloeien.

Europa.

Koningen

meer macht

burgers

Bekijk de video over de VOC

Economisch (waarom economisch bijzonder)

https://schooltv.nl/zoekresultaten/?q=VOC+een+staat+in+een+staat

Na de video krijg je een quiz over de video.

Vragen:
1. Wat was er bijzonder aan de aandelen die de VOC gebruikte?

1. Je kon ze ook weer verhandelen, (doorverkopen aan een ander)
2. Op alle aandelen zat altijd gegarandeerd winst.
3. De aandelen stonden op papier.
4. Alleen rijke mensen konden zich inschrijven voor zo'n aandeel.

2. De VOC had een aantal volmachten (wat je mag doen) die best wel bijzonder waren voor die tijd.

Welke volmacht hoorde daar niet bij?

1. Met een eigen leger oorlog voeren.
2. Verdragen met vorsten afsluiten.
3. Slaven naar Amerika vervoeren.
4. Forten bouwen.

3.Leg uit wat bedoeld wordt met de opmerking dat de VOC ‘een staat in een staat was’.

Opdracht in de les en huiswerk.

HAVO: Volgende leerdoelen heb je beantwoord.

1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.

2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en de WIC beschrijven

3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.

Maak via Feniks online van 6.1 de vragen 1 t/m 6.

VWO Opdracht in de les en huiswerk.

Je hebt de volgende leerdoelen beantwoord in een google.doc document.

1. Je kunt beschrijven waardoor en hoe Amsterdam de stapelmarktfunctie overnam van Antwerpen.

2. Je kunt beschrijven welke maatregelen het Amsterdamse stadsbestuur nam ten behoeve van de handel.

3. Je kunt uitleggen hoe de Republiek de oorlog tegen de Habsburgers voerde en bekostigde.

4. Je kunt de verschillen tussen Oranjegezinde en staatsgezinde beschrijven.

Maken vraag 1 t/m 9 van 1.3 van de HC Steden en burgers in de Lage Landen.