Effectieve gesprekstechnieken tijdens vergaderingen en telefoongesprekken

Effectieve gesprekstechnieken tijdens vergaderingen en telefoongesprekken

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je effectieve gesprekstechnieken toepassen tijdens vergaderingen en telefoongesprekken.

Introduceer de doelen van de les.

Wat weet jij al over het voeren van effectieve gesprekken tijdens vergaderingen en telefoongesprekken?

Bereid je voor

Zorg dat je voorbereid bent voor een gesprek en weet wat je wilt bespreken.

Leg uit waarom een goede voorbereiding belangrijk is en geef voorbeelden.

Luister actief

Luister actief naar de spreker en stel vragen om te begrijpen wat er gezegd wordt.

Leg uit wat actief luisteren is en geef voorbeelden van vragen.

Spreek duidelijk

Spreek duidelijk en rustig, gebruik pauzes om je gedachten te ordenen.

Leg uit waarom duidelijk spreken belangrijk is en geef tips.

Wees beknopt

Houd je boodschap beknopt en vermijd onnodige details.

Leg uit waarom beknopt spreken belangrijk is en geef voorbeelden.

Stel vragen

Stel open vragen en nodig anderen uit om hun mening te geven.

Leg uit waarom vragen stellen belangrijk is en geef voorbeelden.

Geef feedback

Geef constructieve feedback en vermijd kritiek op de persoon.

Leg uit waarom feedback geven belangrijk is en geef voorbeelden.

Houd de tijd in de gaten

Houd je aan de afgesproken tijd en zorg dat het gesprek op schema blijft.

Leg uit waarom het belangrijk is om op tijd te blijven en geef tips.

Oefen met een partner

Oefen gesprekstechnieken met een partner en geef elkaar feedback.

Geef instructies voor de oefening en vraag studenten om in tweetallen te werken.

Reflecteer

Reflecteer op wat je hebt geleerd en bedenk hoe je dit kunt toepassen in de praktijk.

Vraag studenten om kort op te schrijven wat ze hebben geleerd en hoe ze dit kunnen gebruiken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.