unidad 5 H4

Unidad 5
Comer con gusto
 

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
spaansMBOHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Unidad 5
Comer con gusto
 

Slide 1 - Diapositive

Comer con gusto
  • boodschappen doen
  • zeggen of je iets lekker vindt
  • iets bestellen in een café
  • informatie over gerechten inwinnen
  • het lijdend voorwerp
  • hoeveelheden en verpakkingen
  • kloktijden en dagdelen
  •  

Slide 2 - Diapositive

Comer con gusto
  • ww met klinkerwisseling                        (e - ie, o - ue)
  • getallen vanaf 100
  • persoonlijk vnmw. als lijdend vw.
  • freguentie (todos los días, nunca)
  • se + 3e persoon = men

Slide 3 - Diapositive

Comer con gusto TB nr. 1 p. 43
¿Como se llaman estos productos? 
Zet de nummers van de producten bij het juiste woord.
Por ejemplo: 1 = la carne, 2 =  
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Comer con gusto TB nr. 1 p. 43
¿Como se llaman estos productos? 
Zet de nummers van de producten bij het juiste woord.
Por ejemplo: 1 = la carne, 2 =  
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

pescado
aceite
jamón serrano
chocolate
cebollas
patatas
naranja
pan
queso
lechuga
Huevos
pollo
mantequilla
Mirar durante un minuto.

Slide 6 - Diapositive

6
7
10
12
11
3
8
9
5
4
2
1
¿Cómo se llaman estos productos?
13

Slide 7 - Diapositive

¿Cómo se dice?
melk, banaan, kip, aardappelen, vis, kaas

Slide 8 - Question ouverte

nr. 1 TB p. 43

Slide 9 - Diapositive

El programa de hoy:
> boodschappen doen
- zinnen die je daarvoor nodig hebt (luisteropdracht + TB 2 p. 44 + TB 4, p. 45)
- willen & liever hebben/ querer & preferir (uitleg + TB 3, p. 45 en WB 13, p. 47)
Zelf in werkboek:
WB 9, p. 45
WB 10, p. 46
Dooroefenen met voca alimentos: 
WB 5, p. 44 &  WB 7, p. 45

Slide 10 - Diapositive

Schrijf in je schrift welke voedingsmiddelen je hoort in dit gesprek. Onderstreep welke (drie!) dingen deze man uiteindelijk koopt.
Bonus: noteer de hoeveelheden van de drie producten!
Luisteropdracht in je schrift
29

Slide 11 - Diapositive

TB 4, p. 45 oef.
Tomates para salsa, por favor

___________ un kilo de tomates.

___________ un melón, por favor.

¿Tiene mangos?
¿Cuánto cuesta/¿Cuánto es (en total)?

¿Cuánto quiere?

¿Algo más?

Aquí tiene.

Lo siento, hoy no tengo.
Son 160 pesos/2 euros con diez
Cliente                                                    Vendedor
29
Quería
Deme

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden met klinkerwisseling
querer (ie) = willen 

quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren

Preferir (ie) = voorkeur hebben 

prefiero
prefieres
prefiere
preferimos
preferís
prefieren
Bij sommige werkwoorden verandert de stamklinker als de klemtoon op de stam valt. De uitgangen blijven regelmatig.

Slide 13 - Diapositive

Maak het rijtje af in je schrift:
pensar (ie) = denken

pienso
 


Bij sommige werkwoorden verandert de stamklinker als de klemtoon op de stam valt. De uitgangen blijven regelmatig

Slide 14 - Diapositive

Werkwoorden met een klinkerwisseling hebben deze klinkerwissel niet bij de vervoeging van "wij" en "jullie".

Slide 15 - Diapositive

¿Recuerdas TENER?
yo                            tengo
tú                             tienes
él/ella/usted       tiene
nosotros/as        tenemos
vosotros/as         tenéis
ellos/ellas/           tienen

Slide 16 - Diapositive

TB 3, p. 45
¿Qué prefieres, ....... o ...... ? = Wat heb je liever, .... of ...?
Prefiero ...... = Ik heb liever ...
1. El fútbol o el tenis
2. El zumo de naranja o de manzana
3. Ver películas o leer un libro
4. El frío o el calor
5. El aceite o la mantequilla
6. El café con o sin azúcar

Slide 17 - Diapositive

AFMAKEN OEFENING LUISTERTOETS

Herhaling gister over boodschappen doen + querer, tener & preferir

WB 13, p. 47
TB 4, p. 44


Getallen boven de 30

TB 5a, p. 44
WB 12b, p. 46
WB 14, p. 47

Huiswerk: 
WB 1, 2, 3, 9, 10, 12, 14


Slide 18 - Diapositive

Uitleg bij WB 13, p. 47
preferir
tener
querer
prefiero
tengo
quiero
prefieres
tienes
quieres
prefiere
tiene
quiere
preferimos
tenemos
queremos
preferís
tenéis
queréis
prefieren
tienen
quieren

Slide 19 - Diapositive

26

Slide 20 - Diapositive

TB 4, p. 45
Spreekoefening in duo's.
Voer een gesprek je op de markt. Gebruik de volgende zinnen in de goede volgorde, en vul de stippellijnen aan met producten en hoeveelheden naar keuze:
..... kilos, por favor/ Lo siento, hoy no tengo..... / Aquí tiene/ Quería ...../ ¿Cuánto es en total? / Deme ..., por favor/ ¿Tiene ...?/ ¿Algo más?/ Son ... euros/ ¿Cuánto quiere?/

Slide 21 - Diapositive

TB 5A, p. 45

Schrijf in je schrift de ontbrekende nummers. 

Slide 22 - Diapositive

aantekening getallen:
- precies 100 is "cien", daarna "ciento" (102 = ciento dos)
- de honderdtallen vanaf 200 hebben een mannelijke en een vrouwelijke vorm: doscientos chicos/ doscientas chicas.
- Er staat alleen "y" tussen tientallen en eenheden: 82  = ochenta y dos, verder niet, dus 515 = quienientos quince)
- 1982: mil novecientos ochenta y dos.

Slide 23 - Diapositive

  • Mil is onveranderlijk:  tres mil euros, cien mil dólares
  • € 3. 520 =

  • € 7. 555 =

  • € 2. 106 =
tres mil quinientos veinte euros
siete mil quinientos cincuenta y cinco euros
dos mil ciento seis euros

Slide 24 - Diapositive

WB 15 p.47      +     WB 14, p. 47     +      WB 12, p. 46
27

Slide 25 - Diapositive

Werkwoorden met onregelmatige vormen (TB pag. 122-135)

Slide 26 - Diapositive

Maak het rijtje af in je schrift:
poder (ue) = kunnen

puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden

dormir (ue) = slapen

duermo 



 
 
Maak nu
WB 16 & 18 op p. 48

Slide 27 - Diapositive

TB 6a p. 46 
 
Ken je alle tapas van p. 46?
Luister nu naar het gesprek.  
 > Welke tapas worden besteld?
> Wat mag de vrouw niet eten & drinken (twee dingen!) 

30

Slide 28 - Diapositive

TB 6C, p. 46: Vul het schema aan
& vertaal
¿Qué quieren?
- Una ración de...
- Yo una cerveza
- Un agua mineral, por favor
- Para mí, un tinto de la casa
¿___________________?
¿Qué lleva?
¿Lleva______/mayonesa?
¿___________________?
¿Se come caliente/frío?
Bestellen                            Inf. vragen over een gerecht
¿Y qué es eso?
¿Son picantes?
timer
10:00
Maak nu:
WB 11, p. 46 
WB 17, p. 48
WB  20, p. 49

Slide 29 - Diapositive

TB 7 a+b p. 47
TB 7a: Bekijk de menukaart en bedenk drie verschillende vragen over drie verschillende tapas. Schrijf ze op!
TB 7b: Beslis met je buurtje welke drie tapas jullie willen bestellen, en welke drankjes en oefen dit.

>>> Let op! Hoe zeg je dat je iets niet kan/mag eten of drinken?
Kun 

Slide 30 - Diapositive

Oefenen: 
Hulp bij WB 20:
1. aquí (tener - ellos) tapas muy ricas.                            
2. Sí, un poco, (llevar-ellos) una salsa....
3. No, entonces (preferir-yo) otra cosa, no me (gustar!) las comidas picantes.
4. ¿Las (preferir-tú) a la plancha o al ajillo?
5. A la plancha, es que no (poder-yo) comer ajo, También (poder-nosotros) probar los calamares, ¿te (gustar!)
6. .... para beber. ¿(preferir-tú) vino blanco o tinto?
7. ¿(Probar-nosotros) el vino blanco de la casa?
Maak nu:
WB 11, p. 46 
WB 17, p. 48
WB  20, p. 49

Slide 31 - Diapositive

TB 8 a+b+c p. 47

Slide 32 - Diapositive

TB 8a+b+c, p. 47
Verwijzen naar iets wat net is genoemd:
> Deme unas aceitunas (Geeft u mij wat olijven)
< ¿Las quiere negras o verdes? (Wil je ze zwart of groen?)


mannelijk enkelvoud
lo
vrouwelijk enkelvoud
la
mannelijk meervoud
los
vrouwelijk meervoud
las
Maak nu WB 21, p. 49

Slide 33 - Diapositive

TB 9 + 10, p. 48 
TB 9: welke producten ontbreken?
TB 10: Niet maken maar doornemen:
> Let op meervoud: dos kilos, dos litros, cien gramos.
> Let op het woordje "de": un litro de leche, cien gramos de queso etc. 
> Dit geldt ook bij verpakkingen: una lata de fanta limón.
> medio kilo = een halve kilo, un kilo y medio = anderhalve kilo.

Slide 34 - Diapositive

TB 12 & 13, p. 49
TB 12a: luisteropdracht

TB 13a: maak een klok in je schrift, neem aantekening over.
TB 13b: luisteropdracht.

hoeveelheden: WB 5 + 6. p. 44
klokkijken: WB 24, p. 50

TB 14
TB 15

Slide 35 - Diapositive

Na werkcollege
Hoeveel?
¿Cuánto? ¿Cuánta?
¿Cuántos? ¿Cuántas?



Miramos WB. Reglas y Sistemas en la pagina 51
Vul het schema aan.  




Slide 36 - Diapositive

Los deberes
  • Bestuderen behandelde stof unidad 5
  • WB maken oef. 1 t/m 20 (behalve oef. 5 t/m 8)
  • TT unidad 3-4 maken en controleren.

WB oef. 5 t/m 8 gaan over de maten, gewichten, inhoudsmaten. Daarvoor kun je de slide "¿Qué comes" bestuderen. 

Slide 37 - Diapositive

DEBERES
TB.Unidad 5, p.45
  • oef.4: gesprek voorbereiden.
  • ej.5 : ¿Cuántos melones exporta......? Schrijf de ontbrekende getallen uit.
  • oef.6 woordjes zoeken.
WB. Unidad 5
p.45, ej. 9a-b
p.46, ej.10
p.47, ej.13, 14 a-b

Slide 38 - Diapositive