Formuleren-H.2-(foutieve samentrekkingen)-havo3 samentrekking controleren

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?




Na deze les kunnen jullie foutieve samentrekkingen in een zin  herkennen en verbeteren.






1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?




Na deze les kunnen jullie foutieve samentrekkingen in een zin  herkennen en verbeteren.






Slide 1 - Diapositive

Bij samentrekking op woordniveau wordt een deel van een woord weggelaten, zoals in voor- en nadelen (het woorddeel -delen is één keer weggelaten).


Samentrekking op woordniveau is alleen mogelijk als de vorm en de betekenis van het weggelaten deel in de verschillende woorden gelijk zijn. 


Slide 2 - Diapositive

Niet juist zijn bijvoorbeeld staats- en regeringsleiders (want het geheel is staatshoofden en regeringsleiders) en een zit- en spaarbank (want bank heeft een verschillende betekenis in zitbank en in spaarbank).

Slide 3 - Diapositive

woordgroepsniveau – binnen een woordgroep worden een of meer hele woorden weggelaten: 

dure ringen en (-) armbanden; hoge (-) en lage bergen;

Slide 4 - Diapositive

zinsniveau – een of meer zinsdelen (ow, lv, mv, bwb enz.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten:

– Iris volleybalt op zaterdag en Peter (-) op zondag.

– Je wilt (-) en krijgt een leuk cadeautje.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

H3A

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag

Slide 10 - Diapositive

Maken:
Formuleren> foutieve samentrekking
blz. 66
startopdr.+ 
opdr. 1 t/m 3  In je schrift!

Gebruik de theorie!
Vind je het lastig, lees dan ook de theorie door van hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen blz.62

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Weggelaten= zij wordt

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

FOUT

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. 


Dat heet samentrekking:
Ik vind de herfst het fijnste seizoen en (–) de winter het minst prettig.

Slide 29 - Diapositive

Samentrekken mag alleen als aan drie voorwaarden wordt voldaan: 
de weggelaten woorden hebben 
-dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort), 
-dezelfde betekenis én 
-hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) 
als de woorden die blijven staan.

Slide 30 - Diapositive

Met dit stappenplan controleer je een samentrekking:

Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en 
het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.




Slide 31 - Diapositive

Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.

Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.

Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.

Slide 32 - Diapositive

Voorbeeld:
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.
1-Weggelaten: Tabitha; heeft
2-Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft → zww






Slide 33 - Diapositive

3-Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft gewerkt → hww

4-Tabitha – correct; heeft – fout
Verbetering: Tabitha heeft hoge cijfers, maar heeft er ook hard voor gewerkt.

Slide 34 - Diapositive

Voordat we verder gaan, lees je 

 zelfstandig de theorie op blz. 66
Formuleren
samentrekking controleren/ foutieve samentrekking

Slide 35 - Diapositive