26-3-2025: foutieve samentrekking

Aan het eind van deze week:
- Weet je wat je voor formuleren hebt gedaan in leerjaar 1; 
- kun je foutieve samentrekkingen in een zin herkennen.



1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aan het eind van deze week:
- Weet je wat je voor formuleren hebt gedaan in leerjaar 1; 
- kun je foutieve samentrekkingen in een zin herkennen.



Slide 1 - Diapositive

3h1
Lezen in je leesboek

Slide 2 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Hij hield van haar en haar handen vast.
Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.

Wat valt je op aan deze zinnen? 

Slide 3 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. Dat heet samentrekking: 
– Ik vind de herfst het fijnste seizoen en (–) de winter het minst prettig. 

Voorwaarden: de weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort), dezelfde betekenis én hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) als de woorden die blijven staan.

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan
1. Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
2. Bepaal de functie (welk zinsdeel of welke woordsoort), de betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.
3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van de weggelaten woorden in het tweede deel van de zin.
4. Controleer of de functie, de betekenis en het getal in beide gevallen hetzelfde zijn. Zo ja, dan is de samentrekking correct.

Als er sprake is van een foutieve samentrekking, plaats je de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.

Slide 5 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk! 

Weggelaten: zijn broek
Zin 1: Zijn broek = ow (enk)
Zin 2: zijn broek = lv (enk)

Verbetering: Zijn broek kost 100 euro en zijn broek vind ik zo lelijk!


Slide 6 - Diapositive

Foutieve samentrekking
Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.

Weggelaten: Tabitha; heeft
Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft → zww
Tabitha = ow (enk); heeft = pv (enk) in het wg heeft gewerkt → hww
Tabitha – correct; heeft – fout
Verbetering: Tabitha heeft hoge cijfers, maar heeft er ook hard voor gewerkt.

Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk! 

Slide 7 - Diapositive

Een foutieve samentrekking komt voor...
A
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten dezelfde grammaticale functie heeft
B
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten een andere vorm heeft.
C
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten dezelfde betekenis heeft
D
wanneer het woord/woordgroep dat wordt weggelaten op dezelfde plek staat tov pv

Slide 8 - Quiz

Zijn broek kost 100 euro en vind ik zo lelijk!
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 9 - Quiz

Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 10 - Quiz

Peter gaf zijn moeder een bos bloemen en zijn zusje een boekenbon.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 11 - Quiz

In welke zin is sprake van een foutieve samentrekking?
A
Deze man is depressief omdat hij door herinneringen uit het verleden wordt gekweld.
B
Het beste dat je kunt doen met die lelijke wond is naar de dokter gaan.
C
De nieuwe leden werden gevraagd de contributie steeds voor het einde van de maand te betalen.
D
Tijdens het gala werd Peter tot beste coach en Marijke en Petra tot meest sportieve speelsters uitgeroepen.

Slide 12 - Quiz

Ik heb een fiets gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

Zij wordt geaccepteerd en arts.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.
A
foutieve samentrekking
B
samentrekking

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Formuleren hoofdstuk 1 online
 Opdracht 1 t/m 7

Slide 16 - Diapositive

Weet je nu:
- Wat je in leerjaar 2 hebt gedaan voor "formuleren"?
- Hoe je een foutieve samentrekkingen herkent? 

Huiswerk
Formuleren hoofdstuk 1 online
  •  Opdracht 1 t/m 7

Slide 17 - Diapositive