Groepsvorming les 1

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Doe je telefoon in de telefoontas

Vandaag

Uitleg periode 2

Start 2.1 Groepsvorming

Lesdoel:

Na deze les kan je uitleggen wat groepsvorming is. 

en

Weet je welke vier sociale bindingen er zijn

Deze periode

Hoofdstuk 2 

Toets in toetsweek

Afronden PO portfolio

Deadline 2 december

4 HOOFDCONCEPTEN

• Vorming
• Binding
• Verhouding 
• Verandering

BINDING

Binding verwijst naar de relaties en onderlinge afhankelijkheden:

• Tussen mensen in een gezin of familie;
• Tussen leden van een groep;
• In de maatschappij;
• Op het niveau van de staat.

Bijvoorbeeld: Nederland voelen zich verbonden doordat we allemaal Nederlands spreken en dezelfde cultuur hebben.

Met wie voel jij je verbonden?

TYPEN BINDINGEN

Mensen zijn afhankelijk van elkaar en daarom aan elkaar verbonden. Er zijn vier typen bindingen:

1. Affectieve bindingen
2. Cognitieve bindingen
3. Economische bindingen
4. Politieke bindingen

Affectieve binding

Emotionele binding. Verwijzen naar gevoelens om ergens bij te horen.

Cognitieve binding

Bindingen en afhankelijkheden die te maken hebben met de overdracht en verwerving van kennis.  

 

Economische binding

Binding die te maken heeft met werk, geld en met goederen die nodig zijn voor het bestaan.

Politieke binding

Bindingen die te maken hebben met zaken die geregeld moeten worden op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs en zorg.

Dit zijn zaken die door de overheid geregeld worden op basis van de wet.

Collectieve goederen

Zaken die in een samenleving gezamelijk geregeld worden.

Mensen kunnen er niet van worden uitgesloten

Kinderen in groep 3 leren lezen met behulp van een leesmaatje uit groep 7.

1. Affectieve binding
2. Cognitieve binding
3. Economische binding
4. Politieke binding

Voor het leggen van een wifi-netwerk is Karel afhankelijk van een IT-er.

1. Affectieve binding
2. Cognitieve binding
3. Economische binding
4. Politieke binding

Je gaat samen met je vrienden op vakantie.

1. Affectieve binding
2. Cognitieve binding
3. Economische binding
4. Politieke binding

GROEPSVORMING

Bindingen die tussen meer dan twee mensen tot stand komen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.

Hoe herken je groepsvorming in de bron? Maak gebruik van het concept, de context en pas toe. 

Aan de slag!

Maak opdracht 1 Welk soort binding?

en 

Opdracht 2 (1 tm 3)