Luzac klas 2 les 8

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Rechthoekige driehoeken
  • Hoofdstuk 3 paragraaf 3

Slide 2 - Diapositive

Wie is Pythagoras? 
  • +/- 500 jaar v.C. 
  • Samos, Griekenland 
  • Reizen en inspiratiebron 
  • oorsprong van wiskunde in Europa 
  • School in Croton, Italië

  • Is de stelling wel van hem?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

In een rechthoekige driehoek heten de zijden die aan de rechte hoek liggen: rechthoekzijden.

De zijde die tegenover de rechte
hoek ligt, is altijd te langste zijde

Slide 5 - Diapositive

De stelling van Pythagoras

Slide 6 - Diapositive

De stelling
Bij elke RECHTHOEKIGE driehoek is:
 oppervlakte I    +    oppervlakte II   
 =    oppervlakte III

Slide 7 - Diapositive

Wiskundig berekenen
formule oppervlakte = lengte x breedte
vierkant --> gelijke zijden

De formule is ook te schrijven als:
a2+b2=c2

Slide 8 - Diapositive

Pythagoras

Slide 9 - Diapositive

Notatie in schema
Let op!
De rechthoekszijdes staan altijd bovenaan in het schema. Dit betekent dat de langste zijde altijd onderaan staat.

Slide 10 - Diapositive


Welke zijde is de
lange zijde?
A
MZ
B
AZ
C
MA

Slide 11 - Quiz


Welke zijde is de
lange zijde?
A
AB
B
BC
C
AC

Slide 12 - Quiz


Welke zijde is de
lange zijde?
A
a
B
b
C
c

Slide 13 - Quiz


Welke zijde is de
lange zijde?
A
DE
B
EF
C
DF

Slide 14 - Quiz


Welke zijde is de
lange zijde?
A
AB
B
BC
C
AC

Slide 15 - Quiz


Wat is juist?
A
PR en RQ zijn de rechthoekszijden
B
PR en PQ zijn de rechthoekszijden
C
PR is de rechthoekszijde
D
RQ en PQ zijn de rechthoekszijden

Slide 16 - Quiz

Wat is de langste zijde van deze rechthoekige driehoeken?

Slide 17 - Diapositive


Wat is de langste zijde van deze rechthoekige driehoek?
A
AB
B
BC
C
AC

Slide 18 - Quiz


Wat is de langste zijde van deze rechthoekige driehoek?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 19 - Quiz

Voor welke driehoek geldt de stelling van Pythagoras?
A
In elke driehoek
B
In een gelijkbenige driehoek
C
In een rechthoekige driehoek
D
In een gelijkzijdige driehoek

Slide 20 - Quiz

Huiswerk

  • Hoofdstuk 3 paragraaf 3 en 4

Slide 21 - Diapositive