Communicatie 6KA

COMMUNICATIE
Interne en externe communicatie!


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

COMMUNICATIE
Interne en externe communicatie!


Slide 1 - Diapositive

Voorbeelden van interne communicatie
  • SCHRIFTELIJK: personeelsblad, memo, nieuwsbrieven
  • DIGITAAL: e-mail, intranet, chatbox
  • MONDELING: teamvergadering, overleg, telefoongesprek 

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent interne communicatie?

Slide 3 - Question ouverte

Geef een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

Interne communicatie
  • Intern = binnen, inwendig, van binnen
  • Communicatie = overdracht of uitwisseling van informatie

Slide 5 - Diapositive

Wat is het doel van interne communicatie?

Slide 6 - Question ouverte

Doel van interne communicatie:
  • mensen elkaar laten vinden, dialoog laten ontstaan
  • zorgen voor betrokkenheid van medewerkers bij elkaar en bij de organisatie
  • duidelijkheid geven over de strategie, missie, doelen en waarden van de organisatie 

Slide 7 - Diapositive

Telefonische communicatie: noteer 3 voordelen en 3 nadelen

Slide 8 - Question ouverte

Voor- en nadelen van telefonische communicatie

Slide 9 - Diapositive

VOORDELEN:
  • Je hoort de ander --> hoe iemand zich voelt. Je kunt hiermee rekening houden.
  • Als je iets wil weten, krijg je meteen antwoord.
  • Je kan doorvragen wanneer iets niet duidelijk is, of als je meer wil weten. 
  • Er ontstaan minder snel misverstanden omdat je de toon van de ander hoort.
  • Telefoneren is goedkoop en snel.
NADELEN:
  • Je ziet elkaar niet --> je ziet geen lichaamstaal of gezichtsuitdrukking.
  • Je hebt weinig tijd om na te denken over je reactie of nieuwe vragen.
  • Stiltes kunnen lastig zijn.
  • Als je afspraken maakt, liggen die niet vast.
  • Je krijgt niet altijd de juiste persoon te pakken. (Soms moet je wel drie keer bellen om de juiste persoon te spreken.)
  • Als je op een verkeerd moment belt, kan iemand kortaf reageren. Bemoeilijkt een goed gesprek.
  • Ruis: persoon is slecht verstaanbaar.

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent externe communicatie?

Slide 11 - Question ouverte

Geef een voorbeeld.

Slide 12 - Question ouverte

Externe communicatie
  • Extern= van buiten komend
  • Communicatie = overdracht of uitwisseling van informatie

Slide 13 - Diapositive

Externe communicatie
= alle communicatie vanuit een bedrijf of organisatie naar buiten toe
OOK: het uithangbord van de firma
(Eén kans om een eerste indruk te maken. Externe communicatie moet foutloos zijn.)

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden van externe communicatie:
  • SCHRIFTELIJK: brief, advertentie, artikel, reclame
  • DIGITAAL: e-mail, website, reclame
  • MONDELING: telefoongesprek, onthaal

Slide 15 - Diapositive

BRIEF
  • NBN-normen volgen
  • Structuur: inleiding, kernstuk, slot
  • Waarom schrijf ik deze brief naar de ontvanger? --> Ik geef de reden waarom ik communiceer
  • Wat is mijn kernboodschap? --> Ik geef informatie of stel een vraag. Ik hou daarbij rekening  met de lezer.
  • Welke extra informatie geef ik? --> Soms is het zinvol om de lezer extra informatie mee te geven. Bvb: Moet hij/zij nog iets doen, zal ik nog iets doen...
  • Hoe sluit ik af? --> Op een beleefde en positieve manier.

Slide 16 - Diapositive

E-mail
  • Structuur: inleiding, kernstuk, slot
  • Waarom schrijf ik deze brief naar de ontvanger? --> Ik geef de reden waarom ik communiceer
  • Wat is mijn kernboodschap? --> Ik geef informatie of stel een vraag. Ik hou daarbij rekening met de lezer.
  • Welke extra informatie geef ik? --> Soms is het zinvol om de lezer extra informatie mee te geven. Bvb: Moet hij/zij nog iets doen, zal ik nog iets doen...
  • Hoe sluit ik af? --> Op een beleefde en positieve manier.

Slide 17 - Diapositive

DUS:
  • Groet je lezer
  • Identificeer jezelf
  • Lees je tekst nog eens voor je verzendt
  • Gebruik korte zinnen, duidelijke taal en goed gekozen woorden
  • Houd je doel voor ogen
  • Zoek een gepaste slotformule 
  • Zet je naam onder je mail
  • Zorg voor een inleiding, een kernstuk en een slot

Slide 18 - Diapositive

OEFENEN!

Slide 19 - Diapositive

HERSCHRIJF VOLGENDE E-MAIL:
Goeiedag,
Om goed de volgende jaar te voorbereiden, zorg ik me voor de lijst van mijn contacten checken.
Bent u nog de goed persoon voor de stage en jobs vacature voor de Hoge School van Gent?
Ik wil u alvast bedanken voor onze samenwerking
Ik wens u een uitstekend dag
Naam

Slide 20 - Question ouverte

OEFENING
Schrijf een e-mail (naar mij, via smartschool).
Onthoud de tips bij 'DUS' (hierboven).
Kies één van deze twee opties:
  • Je schrijft een e-mail aan het hoofd van de financiële dienst van het bedrijf waar je werkt om je nieuwe banknummer door te geven.
  • Je schrijft een e-mail aan de heren Mertens, Van Gansen, Lodewijckx en mevrouw De Roeck om ze te herinneren aan de vergadering van volgende woensdag om 10u in lokaal b.014 op het gelijkvloers. Ze kregen hierover al een bericht. Je schrijft in naam van je chef, mevrouw Broucke.

Slide 21 - Diapositive

Evaluatie
Hoe ga ik je evalueren (/14):
  • Was het onderwerp goed geformuleerd?
  • Was de aanspreking gepast voor de lezer?
  • Was de mail duidelijk?
  • Was de mail bondig genoeg? (niet te lang)
  • Was de spelling correct?
  • Was het slot gepast?
  • Stond de naam van de zender in de mail?

Slide 22 - Diapositive