(Foutieve) samentrekkingen

en foutieve samentrekking
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

en foutieve samentrekking

Slide 1 - Diapositive

De verliezende finalisten gaf de secretaris van de vereniging een zilveren plak. 
Ow? Wie/wat + pv?
Lv? wat/wie + wg + ow?
Mv? Aan wie/voor wie + wg + ow + lv

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan een foutieve samentrekking in een zin herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een samentrekking?
  • Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. 

Jan at een appel en Piet een peer. 

Slide 4 - Diapositive

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Carol heeft gisteren deze berg beklommen en Wietze die berg.

Slide 5 - Question ouverte

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Leontine heeft meer boeken gekocht dan Patty cd's

Slide 6 - Question ouverte

Voorwaarden samentrekking
  • De woorden hebben dezelfde betekenis.
  • De woorden hebben hetzelfde getal (enkelvoud, meervoud).
  • De woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort).

Slide 7 - Diapositive

Samentrekking controleren
  1. Noteer de weggelaten woorden.
  2. Bepaal de functie, betekenis en getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, betekenis en getal van de weggelaten woorden in het tweede deel. 
  4. Controleer of ze in beide gevallen hetzelfde zijn: functie, betekenis en getal

Slide 8 - Diapositive

Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 9 - Quiz

De ambulance bracht het slachtoffer naar het ziekenhuis en de agenten de dader naar het politiebureau.
A
Foutieve samentrekking (betekenis)
B
Foutieve samentrekking (getal)

Slide 10 - Quiz

Functie
  • Zinsdeel: De inbreker heeft de man een klap gegeven en daarna beroofd. 
Weggelaten woorden: De inbreker | heeft | de man
                                                       ow                  pv        mv/lv

Slide 11 - Diapositive

Marcel heeft zijn vriendin gefeliciteerd en een cadeau gegeven.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 12 - Quiz

Functie
  • Woordsoort: Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.
Weggelaten woorden: Tabitha  | heeft
                                                    zn         zww/hww

Slide 13 - Diapositive

Paul is ziek en naar huis gegaan.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz

Aan welke 3 voorwaarden moet een samentrekking voldoen?

Slide 15 - Question ouverte

Opdrachten maken
H2 formuleren: startopdracht, opdracht 1. 
NN Online > H2 > Trainen > Formuleren: samentrekking controleren startopdracht, opdracht 1. 

In totaal maak je dus 4 opdrachten. 

Slide 16 - Diapositive