Spelling les 3&4

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Werkwoorden

Je leert hoe je een werkwoord in de verleden tijd schrijft.

Herhaling tegenwoordige tijd

Vervoeg in de tegenwoordige tijd.

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vond

Vervoeg in de tegenwoordige tijd.

1. gebruikt
2. gebruikd
3. gebruikte
4. gebruiken

Gillen

Plagen

Hij......(rennen) een eindje de zee in

1. rente
2. renten
3. rende
4. renden

Het papier.....(kraken) van ouderdom

Lees de opdrachten goed!

Klaar?

Gynzy kids

Werkwoorden verleden tijd

Gister...(maken) ik een schilderij.

Volgende les

Je leert hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft.

Werkwoorden zoals reizen, verven