Lesson 5 - Roundup

Engels Taaldidactiek





Amber van der Stelt
amber.van.der.stelt@hz.nl
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Engels DidactiekHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Engels Taaldidactiek





Amber van der Stelt
amber.van.der.stelt@hz.nl

Slide 1 - Diapositive

Lesson 5 - Roundup
  • Quiz: hoe is jouw kennis van Engelse taaldidactiek?
  • CLIL lesson plans peer review
  • Questions?

Slide 2 - Diapositive

The Quiz


Engelse taaldidactiek

Wat weet je nog?

Slide 3 - Diapositive

Hoe ontstaan taalproblemen NIET?
A
Door fysieke afwijkingen
B
Door problemen met klankherkenning
C
Door te weinig taalaanbod
D
Door meerdere talen aan te leren

Slide 4 - Quiz

Wat houdt de communicatieve aanpak in?
A
Leerlingen leren Engels meteen te gebruiken.
B
Leerlingen leren veel over communicatie in het Engels.
C
Leerlingen krijgen vooral receptief Engels aanbod.
D
Leerlingen leren in het Engels communiceren in alledaagse situaties.

Slide 5 - Quiz

Hoe leren de leerlingen de grammatica van het Engels?

A
door veel te oefenen met de grammaticaregels
B
door het gebruik van standaardzinnen en vaste uitdrukkingen
C
door te oefenen met het vertalen van Nederlandse zinnen
D
door de grammaticaregels te leren

Slide 6 - Quiz

Wat is CLIL?

A
methode waarbij de vakinhouden in het Engels worden gegeven
B
methode waarbij de vakinhouden geleerd worden in de moedertaal
C
methode waarbij de vreemde taal geleerd wordt tijdens speciale lessen
D
methode waarbij de vakinhouden en de vaklessen centraal staan

Slide 7 - Quiz

Wat is waar over Vroeg Vreemdetalenonderwijs?
A
VVTO is goed voor alle leerlingen op alle niveaus.
B
Anderstalige leerlingen kunnen beter eerst goed Nederlands leren voordat ze met vvto beginnen.

Slide 8 - Quiz

De lessencyclus van het vierfasenmodel bevat vier fasen. Wat is de tweede fase?

A
oefenfase
B
introductiefase
C
inputfase
D
transferfase

Slide 9 - Quiz

In welke volgorde verloopt het leerproces in het vierfasenmodel?

A
van input naar intake
B
van input naar output
C
van receptief naar input
D
van productief naar output

Slide 10 - Quiz

Wat doet de leerkracht in de introductiefase?

A
activeren, motiveren, herhalen en strategieën toepassen
B
activeren, inspreken, motiveren en strategieën toepassen
C
activeren, basiswoorden aanleren, herhalen en strategisch handelen
D
woordenschat uitbreiden, taalfouten corrigeren en strategieën toepassen

Slide 11 - Quiz

"De leerkracht presenteert nieuwe taal en biedt verwerkingsactiviteiten op vorm en inhoud aan."
Hier wordt de .......... beschreven.

Slide 12 - Question ouverte

Aan welke criteria moet goede input voldoen? 

Goede input
visuele ondersteuning
natuurlijk, authentiek en begrijpelijk Engels
verschillende soorten luister- en leesteksten of kijkfragmenten
de vertaling van het Engels in het Nederlands
een open dialoog

Slide 13 - Question de remorquage

Vul de volgende zin aan. In de transferfase is veel ruimte voor:

A
corrigeren
B
remediëring
C
differentiatie
D
goede leerlingen

Slide 14 - Quiz

Wat levert CLIL op?

A
leerlingen hebben minder lessen Engels nodig
B
motivatie omdat de leerlingen het gemakkelijk vinden
C
tijdwinst, omdat Engels sommige vakken vervangt
D
tijdwinst, omdat taal en inhoud tegelijkertijd worden geleerd

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de parameters waar je in een goede CLIL-les rekening mee moet houden?
A
Context, Communication, CAT en DAT
B
Content, Cognition, Communication en Culture
C
Interaction, Context, Communication en Cognition
D
Communication, Context, Interaction, CAT en DAT

Slide 16 - Quiz

DAT staat voor Dagelijks Abstract Taalgebruik.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

CAT staat voor...
A
Cognitief Academisch Taalgebruik
B
Schooltaal
C
Complex Algemeen Taalgebruik
D
Cognitief Andere Taal

Slide 18 - Quiz

Welke drie vormen van CAT kunnen we onderscheiden?

A
taal in, van en voor leren
B
taal voor, met en van leren
C
taal met, voor en door leren
D
taal van, voor en door leren

Slide 19 - Quiz

"De taal om nieuwe kennis en begrippen van de vakinhoud te kunnen toepassen."
A
Taal van leren
B
Taal voor leren
C
Taal door leren

Slide 20 - Quiz

Ongeplande taal hoort bij: "taal .... leren"

Slide 21 - Question ouverte

Thema Zomer: schrijf de 4 C's met daarachter je idee per C

Slide 22 - Question ouverte

Peer review
  1. In je groep ontvang je 1 ingevuld CLIL lesson plan.
  2. Bespreek samen het lesson plan en beantwoord de volgende vragen:
                - Past dit lesson plan bij CLIL? Waarom wel/niet?
                - Zijn de velden allemaal correct ingevuld?
                - Is er ruimte voor differentiatie?
                - Zijn de activiteiten motiverend?
                - Noem minstens 2 tips of tops!
   3. Schrijf de antwoorden als opmerkingen in het document, sla op en mail naar docent.
        

Slide 23 - Diapositive

Ik weet nu hoe ik mijn lesson plan + mindmap moet maken! :-D
YES!
Ik heb nog een vraagje of 2...
Geen flauw idee :-(

Slide 24 - Sondage

Feedback
voor Amber

Slide 25 - Carte mentale