DEF@ctO NL | A2>B1 | les 06 | docent

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 6
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nieuw logo
A2 > B1 docentenles 6

Slide 1 - Diapositive

Bezoek ook eens onze website
Hoe gaat het met je?

Slide 2 - Diapositive

Laat de studenten antwoorden in een hele zin.

Bron plaatje.
Maak de gatentekst.

Slide 3 - Diapositive

De studenten starten de les met een gatentekst

Bron plaatje.
Kan jij uitleggen wat een schema is?
Welk soort schema's hebben we al in onze lessen gezien?
Kan je nog andere voorbeelden geven van een schema?
schema

Slide 4 - Diapositive

Bespreek de vragen.

Schema: informatie wordt niet in verhaalvorm gepresenteerd, maar wordt op een logische manier in een 'plaatje' / 'overzichtje' gepresenteerd.

Reisschema en in deze les een rooster.

Tijdbalk - mindmap - woordweb - tabel
informatie wordt niet in verhaalvorm gepresenteerd, maar wordt op een logische manier in een 'plaatje' / 'overzichtje' gepresenteerd.

Er zijn veel soorten schema's. 
Bijvoorbeeld: 
rooster - tijdbalk - mindmap - woordweb - tabel
Kenmerken van een schema:

Slide 5 - Diapositive

Herhaling - weten de studenten dit nog?
rooster

Slide 6 - Carte mentale

De studenten schrijven woorden op waar zij aan denken bij het onderwerp in het midden van de dia.


Oefenen - Lees en schrijf! Algemeen 
                    Gezondheid 1-3
Hoe ging het oefenen?

Slide 7 - Diapositive

Bespreek hoe de oefeningen zijn gegaan. Heeft iedereen de oefeningen gemaakt? Vonden ze het gemakkelijk / moeilijk.
Open oefeningen die nog niet goed zijn gegaan en maak deze samen (scherm delen).

Noem 3 dingen die je niet wist en nu wel weet.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spelletjes

Slide 9 - Carte mentale

De studenten schrijven woorden op waaraan zij denken bij het onderwerp in het midden van de dia.


Spelen jullie graag spelletjes? Welke? 
en als kind? Nu nog? 
Bordspelen / computerspelletjes.
 spelletjes

Slide 10 - Diapositive

Bespreek de vragen.
spelregels
In deel B van deze les schreef je spelregels voor een spel dat je buiten kan spelen. We gaan deze bespreken.

Slide 11 - Diapositive

In deel B hebben de cursisten een aankondiging voor een excursie geschreven. Is het bij iedereen gelukt?
Presenteer alle ingeleverde aankondigingen. Geef elkaar tips en tops. Het gaat hierbij vooral om de interactie. Cursisten moeten in hele zinnen spreken. Let op de zinsopbouw.

Beantwoord de vragen.
Wat is de persoonsvorm?
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 12 - Diapositive

Herhaal de begrippen die zijn geoefend in deel C van deze les. 
Oefenen - Lees en schrijf! Algemeen 
                    Gezondheid 1-3
Hoe ging het oefenen?
Spelling / Grammatica (2) 

Slide 13 - Diapositive

Bespreek hoe de oefeningen zijn gegaan. Heeft iedereen de oefeningen gemaakt? Vonden ze het gemakkelijk / moeilijk.
Open oefeningen die nog niet goed zijn gegaan en maak deze samen (scherm delen).


Reageer op de uitspraak van de docent.
Uitspraakoefening

Slide 14 - Diapositive

Lees een zin voor. De student reageert met de juiste reactie.
Bijvoorbeeld:

Docent: Is dit zout?
Cursist: Nee dit is zoet.

Het bestand is als bijlage opgenomen in het lesplan.
Oefen mee met Juf M.

Slide 15 - Diapositive

Bron video.
De liedjeskast - het meervoud

Slide 16 - Diapositive

Bron video.
Oefenen - Lees en schrijf! Algemeen 
                    Gezondheid 1-3
Hoe ging het oefenen?
het meervoud

Slide 17 - Diapositive

Luister naar het lied van de liedjeskast.
Bespreek hoe de oefeningen zijn gegaan. Heeft iedereen de oefeningen gemaakt? Vonden ze het gemakkelijk / moeilijk.
Open oefeningen die nog niet goed zijn gegaan en maak deze samen (scherm delen).
Ook al zijn de oefeningen wel goed gegaan, maak dan toch een aantal opdrachten samen om te herhalen.


Luister naar de uitleg van de docent over: aan elkaar spreken.
Uitspraakoefening

Slide 18 - Diapositive

In spreektaal worden woorden vaak aan elkaar uitgesproken.
Bijvoorbeeld: ‘dat is’ wordt das.
Geef een voorbeeld – das … [naam cursist]

Het bestand is als bijlage opgenomen in het lesplan.
Beantwoord de vragen van de docent.

Slide 19 - Diapositive

De studenten beantwoorden vragen en gebruiken de spreektaal waarbij woorden samen worden gevoegd.
Gebruik het plaatje hierbij. Je kan vragen stellen, de cursisten antwoorden met ‘ja das …’ of ‘nee, das …’

Gebruik bekende woorden: dochter, kind, zoon, man, vrouw, vader, moeder.
Laat horen dat we dat ook doen met mijn [m’n] / zijn [z’n] / haar [d’r] / een [un]. Dit is de sterke en zwakke vorm van een woord. 

Slide 20 - Diapositive

Laat horen hoe de sterke en zwakke vormen worden uitgesproken.
Laat de cursisten de voorbeeldzinnen hardop lezen.

Bron afbeelding - Uitspraaktrainer in de les - C van Veen, H van Kampen, V Olijhoek en R. Stumpel - Boom, Amsterdam, 2018.

Slide 21 - Diapositive

Lees de zinnen voor. De cursisten schrijven de ontbrekende woorden op. Deze woorden moeten in de sterke vorm geschreven worden. Je leest de dikgedrukte woorden in de zwakke vorm voor.

1 Heb je mijn tas ergens gezien?
2 Het kantoor is vandaag weer gesloten.
3 Ze keek niet naar haar moeder.
4 Is hij geslaagd voor zijn toets?
5 We zullen hem morgen bellen.
6 Het is weer een mooie dag vandaag.
7 Je moet gauw eens bij ons langskomen.
8 Heb je een glas water voor me?
9 lk ben er nog nooit geweest.
10 Er zijn niet genoeg stoelen in mijn huis.

Bron afbeelding - Uitspraaktrainer in de les - C van Veen, H van Kampen, V Olijhoek en R. Stumpel - Boom, Amsterdam, 2018.

ga naar de app op je telefoon of naar de website
kies 1 artikel / filmpje
kijk of lees en maak aantekeningen
over 5 minuten vertel je aan wat je hebt gelezen / gehoord

sprongtoets 3 - Begrijpend lezen 1JV
Hoe heb je de sprongtoets gemaakt?
Kreeg je veel oefeningen?
Hoe heb je de sprongtoets voor de tweede keer gemaakt?

Slide 22 - Diapositive

Bespreek de resultaten van de laatste sprongtoets die ze hebben gemaakt (Begrijpend lezen 1JV). Zie je dat iemand de sprongtoets 2x heeft geprobeerd en niet heeft gehaald, dan kan je hem/ haar het scherm laten delen en met zijn allen de sprongtoets maken. Wis dan wel eerst de oefeningen die voor deze cursist klaarstaan (in NUMO 'wis POP'. Je herhaalt dan bij elke vraag de theorie of laat de studenten uitleggen wat ze denken dat het goede antwoord is en waarom. 

Let op: dit kan veel tijd van je les in beslag nemen.

Kies 6 cijfers uit het schema hieronder.

Slide 23 - Diapositive

Iedereen kiest 6 getallen uit. Vertel nog niet meteen wat ze ermee gaan doen.

Gebruik getallen in zinnen. Spreek ze niet te nadrukkelijk uit, maar zo natuurlijk mogelijk zoals je in spreektaal doet.
Wie kan zijn zes getallen herkennen en wegstrepen?

voorbeeldzinnen:
De administratie is in kamer 22.
Er waren 14 cursisten aanwezig.
Het kost 90 euro.
Hij wordt dit jaar 43 jaar.
Lees bladzijde 313 hardop.
Huiswerk voor morgen is vraag 1 t/m 14.
Je moet bus 19 nemen.
Kijk op bladzijde 79 in je boek.
Ze wordt vrijdag 34.
Mijn oma had 12 kinderen.
In de klas zitten 30 leerlingen.
Ik woon op nummer 40.
Mijn opa is 101 jaar oud.
We dronken 27 flesjes bier op dat feest.
We gaan over 103 dagen op vakantie.
Hij heeft 330 volgers op Instagram.
De grote hond weegt 29 kilo.
Er staan 201 boeken in mijn kast.

We starten les 7 met een woordentoets.
Herhaal de woorden uit les 1 t/m 6!

Slide 24 - Diapositive

Volgende les start met een herhalingstoets over de woorden van les 1 t/m 6.

Bron plaatje.
Tot de volgende keer.
bronnen:
naar: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016)



Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions