Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling: trema, apostrof, met of zonder -n
Spelling
trema, apostrof, accenttekens, cedille
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling
trema, apostrof, accenttekens, cedille
Slide 1 - Tekstslide
Zij is drieendertig jaar.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 2 - Open vraag
De ruine bezichtigen.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 3 - Open vraag
Naar de creche gaan
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 4 - Open vraag
De financiele instelling.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 5 - Open vraag
Dit was een spannende filmscene.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 6 - Open vraag
Dat is de minister van Financien.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 7 - Open vraag
Hij heeft de podcast geupload.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 8 - Open vraag
Hij heeft de podcast geupload.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 9 - Open vraag
De kassiere is overbodig.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 10 - Open vraag
Kijk, daar gaat een kanoer.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 11 - Open vraag
Ik lust geen sate.
Schrijf het foutgespelde woord correct op. Voeg een trema of accentteken toe.
Slide 12 - Open vraag
Spelling
Met of zonder -n?
Slide 13 - Tekstslide
Spelling: met of zonder -n?
Telwoorden
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
Slide 14 - Tekstslide
Telwoorden
enkele(n)
vele(n)
weinige(n)
sommige(n)
alle(n)
Enkelen hadden blaren.
Enkele kinderen zagen de ster.
Slide 15 - Tekstslide
Zelfstandig gebruikt
enkelen
velen
weinigen
sommigen
allen
Niet-zelfstandig (bijvoeglijk) gebruikt
enkele ...
vele ...
weinige ...
sommige ...
alle ...
Slide 16 - Tekstslide
Zelfstandig gebruikt
Enkelen hadden blaren.
Velen zagen de ster.
Weinigen zingen.
Sommigen sprongen.
Allen lachten.
Niet-zelfstandig
(bijvoeglijk) gebruikt
Enkele mensen hadden blaren.
Vele kinderen zagen de ster.
Weinige zangers zingen.
Sommige sporters sprongen.
Alle leerlingen lachten.
Kun je er een zelfstandig naamwoord achter zetten?
Slide 17 - Tekstslide
Telwoorden: zelfstandig of bijvoeglijk?
zelfstandig gebruikt
niet-zelfstandig (bijvoeglijk) gebruikt
enkele
vele
sommigen
weinigen
allen
Slide 18 - Sleepvraag
Telwoorden die altíjd een
-n
hebben
tientallen
honderden
(tien)duizenden
miljoenen
Dus ook in zinnen als: "Tientallen mensen zingen."
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf het hele woord:
Ik had alle/allen uitgenodigd.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Alle/allen leerlingen waren aanwezig.
Slide 21 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Ik zag vele/velen vliegers.
Slide 22 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Er waren duizende/duizenden vliegers.
Slide 23 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
We waren met vele/velen.
Slide 24 - Open vraag
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden
Enkelvoud:
Als
gepensioneerde
heb je veel vrije tijd.
Als
oudere
ben je niet meer zo kwiek.
Meervoud:
Gepensioneerden
hebben veel vrije tijd.
Ouderen
zijn niet meer zo kwiek.
Slide 25 - Tekstslide
Zelfstandig gebruikte
stoffelijke
bijvoeglijke naamwoorden
een
wollen
trui
een
gouden
ring
een
marsepeinen
varken
een
stalen
ros
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof een zelfstandig naamwoord gemaakt is
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf het hele woord:
Onder de genodigde/genodigden waren artiesten.
Slide 27 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Zoute/Zouten haring lust Kevin wel.
Slide 28 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Hij is een van de zwaarste/zwaarsten.
Slide 29 - Open vraag
Schrijf het hele woord:
Dit gebouw is toegankelijk voor gehandicapte/gehandicapten.
Slide 30 - Open vraag
Oefenen
H2 Spelling, met of zonder -n?
maak opdracht 1 t/m 5 (p. 70-71)
maak opdracht 8 t/m 10 (p. 72-73)
Kijk de opdrachten zelf na en vraag hulp als je iets niet snapt
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling 4
Maart 2021
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H7 - les 11
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
7.7 met of zonder n
September 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
M 3 Met of zonder n?
12 dagen geleden
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1-3
Spelling C7, P12 (sommige of sommigen)
Oktober 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
M3 - les 6
Oktober 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Havo 3: Spelling & Formuleren HH
Januari 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Sommige(n), getallen en cijfers, afkortingen, uitspraaktekens en woordafbreking - h4
Mei 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4