In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Huishoudelijke werkzaamheden
Les 6
1e jaar PW
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik vorige les
Allergieën en glutenvrije maaltijd
Slide 2 - Tekstslide
Doelen van deze les:
Je weet wat vegetarisch is en wat veganistisch is
Het bereiden van een vegetarisch gerecht
Slide 3 - Tekstslide
Zoek op:
Verschil tussen vegetarisch en veganistisch
Wat zijn geschikte vervangende produkten?
Slide 4 - Tekstslide
verschil vegatariër en veganist
Vegatariër:
Geen vlees, gevogelte en vis.
Wel melkproducten, kaas, eieren enz
Veganist:
Geen producten van dierlijke oorsprong.
( melkproducten, leer, eieren, vlees, vis, enz)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
70% bonen en 30% granen
4 en 5: Stoffen voor vegetariërs om gezond te blijven
Verhouding van 70% bonen en 30% granen
Aminozuur= bouwsteen van eiwit en mist in bonen, maar niet in granen. Dus het houdt de verhouding goed om gezond te blijven.
Slide 7 - Tekstslide
Vleesvervangers
Vleesvervangers leveren een aantal voedingsstoffen die veel in vlees zitten. Vleesvervangers passen in een eetpatroon met minder of geen vlees. Eigenlijk is de term vleesvervanger niet juist. Het gaat namelijk om producten die gelijkwaardig zijn aan vlees. Ze staan samen met vlees in de Schijf van Vijf. Daarom praat het Voedingscentrum liever over goede vegetarische keuzes.
In een goede vegetarische keuze zit eiwit, ijzer, vitamine B1 en/of vitamine B12. Daarnaast vindt het Voedingscentrum dat een goede vegetarische keuze een meer duurzame keuze moet zijn dan vlees. Voorbeelden zijn eieren, peulvruchten, soja en noten. In ontwikkeling is het gebruik van wieren, algen, insecten en kweekvlees.