§9.4 Bloed- en orgaandonatie

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les. 
Lees §9.4.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LessonUp


Ga naar student.lessonup.io, log in en open de les. 
Lees §9.4.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Welkom
  • Terugblik

  • Nieuwe stof
  • Opdracht/werkvorm
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Waarover ging de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Huiswerk
Opdrachten 9.4 en 9.5 maken + nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer iemand welk onderdeel van bloed nodig heeft.
- Je kunt uitleggen of je van iedereen bloed kunt krijgen.
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt bij een orgaandonatie.


Slide 5 - Tekstslide

Uit welke onderdelen bestaat bloed?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer heb je welk bloedonderdeel nodig?
Rode bloedcellen

Bloedplasma

Bloedplaatjes

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Maak nu opdracht 3 en 4 in je werkboek.
Ben je eerder klaar, maak dan ook de andere opgaven.
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak nu opdracht 5 t/m 10 in je werkboek.
Ben je eerder klaar, maak dan ook de andere opgaven.
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Resusfactor
Resusantigenen

- Rh+ als je het resusantigeen 
hebt op je bloedcellen.

- Rh- als je geen resusantigeen
hebt op je bloedcellen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak nu opdracht 11 t/m 13 in je werkboek.
Ben je eerder klaar, maak dan ook de andere opgaven.
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Orgaantransplantatie

Slide 16 - Tekstslide

Iemand met bloedgroep A heeft cellen met antigeen:
A
A
B
B
C
AB
D
geen

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
Opdrachten 9.5 maken + nakijken (zie studiewijzer)
Begrippenlijst 9.5 maken
Herhalen 3.4/3.5 (leerjaar 3)

Slide 18 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Iemand met bloedgroep A kan bloedgroep O krijgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Iemand met bloedgroep AB kan aan iedereen bloed geven.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Iemand met bloedgroep B kan bloedgroep AB ontvangen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Iemand met bloedgroep AB kan bloedgroep O ontvangen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Iemand met antigeen A maakt anti-A.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Iemand met antigeen A en B maakt geen antistoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag