DEBAT LES + STELLING

Debatteren 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren 

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen: De structuur

Slide 2 - Tekstslide

(4 minuten)            Opbouwbeurt voorstander        
(4 minuten)            Opbouwbeurt tegenstander
(3 minuten)            Verweerbeurt voorstander 
(3 minuten)            Verweerbeurt tegenstander
(4 minuten)            1 op 1 debat 
(1 minuten)             TIME OUT
(2 minuten)            Slotbeurt tegenstander
(2 minuten)            Slotbeurt voorstander 
               TOTAAL 23 MINUNTEN

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
De leerling kan aan het einde van de les de debatregels benoemen en de debatregels herkennen in een debat. 

Leerlingen onderzoeken maatschappelijke dilemma's en leren argumenten voor en tegen een stelling formuleren.

Slide 4 - Tekstslide

Debat

  • scherp geformuleerde stelling

  • overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 5 - Tekstslide

Het debat
Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten. 
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen.
Een debat is een discussie met regels:

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Lagerhuisdebat


3  voorstanders

3 tegenstanders


De rest van de klas is de jury en let op observatiepunten:

oogcontact, houding/handen, 'Be the argument', stemgebruik

Wie was het meest overtuigend en waarom?


Slide 8 - Tekstslide

Regels in een debat: regel 1
Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Regel 2

Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

Slide 10 - Tekstslide

Regel 3
Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wil reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Observatiepunten tijdens debat

Oogcontact: richt de spreker zich tot de jury?

Houding & handen: staat de
spreker stevig en maakt hij ondersteunende handgebaren?

Be the argument’: gelooft
de spreker zelf in wat hij zegt?

Stemgebruik: zijn tempo en volume passend en overtuigend?



 



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Opdracht: stellingen onderzoeken
Stelling 1- Gezondheid: "Vaccinatie tegen besmettelijke ziekten moet verplicht worden voor iedereen."

Stelling 2- Onderwijs: "Leerlingen zouden zelf hun vakkenpakket volledig moeten kunnen kiezen zonder verplichte vakken."

Stelling 3- Onderwijs: "Een IQ test voor docenten moet verplicht worden."

Slide 14 - Tekstslide

Vervangende opdracht 
  1.  Werk voor elke stelling MINIMAAL 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen!
  2. Vergeet niet de bronnen te vermelden bij elk argument die je formuleert. Je mag per stelling 1 argument hebben zonder bron (dus zelf bedenken). 

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 
De leerling kan aan het einde van de les de debatregels benoemen en de debatregels herkennen in een debat.

Leerlingen onderzoeken maatschappelijke dilemma's en leren argumenten voor en tegen een stelling formuleren.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video