Ablativus - groep 1,2,3

Tot nu toe ... 
Nomativus - Dativus - Accusativus
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tot nu toe ... 
Nomativus - Dativus - Accusativus

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Vormen van de ablativus (vijfde naamval)
Bijwoordelijke bepaling
Voorzetsel met een ablativus


Slide 2 - Tekstslide

Groep 1
naamval
enkelvoud
meervoud
nominativus
femina
feminae
gentivus
feminae
feminarum
dativus
feminae
feminis
accusativus
feminam
feminas
ablativus
femina
feminis

Slide 3 - Tekstslide

Groep 2
naamval
enkelvoud
meervoud
nominativus
servus
servi
gentivus
servi
servorum
dativus
servo
servis
accusativus
servum
servos
ablativus
servo
servis

Slide 4 - Tekstslide

Groep 2 - onzijdig
naamval
enkelvoud
meervoud
nominativus
donum
dona
gentivus
doni
donorum
dativus
dono
donis
accusativus
donum
dona
ablativus
dono
donis

Slide 5 - Tekstslide

Groep 3 
naamval
enkelvoud
meervoud
nominativus
rex
reges
gentivus
regis
regum
dativus
regi
regibus
accusativus
regem
reges
ablativus
rege
regibus

Slide 6 - Tekstslide

Groep 3 - onzijdig
naamval
enkelvoud
meervoud
nominativus
nomen
nomina
gentivus
nominis
nominum
dativus
nomini
nominibus
accusativus
nomen
nomina
ablativus
nomine
nominibus

Slide 7 - Tekstslide

De vormen
De vormen van de ablativus zijn bijna altijd hetzelfde als de dativus. Behalve:
  • Groep 1 - enkelvoud - (-a)
  • Groep 3 - enkelvoud - (-e)
Vormen van onzijdige woorden zijn niet anders.
Vaak op basis van betekenis bepalen: dativus of ablativus

Slide 8 - Tekstslide

Ablativus - hoofdfunctie
De ablativus is meestal een bijwoordelijke bepaling.
Een ablativus kan meerdere soorten dingen aangeven.
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Waarmee?
  • Hoe?
  • Waardoor?

Slide 9 - Tekstslide

Ablativus zonder voorzetsel (voorbeelden)
Nocte pueri dormiunt.
In de nacht huilen de jongens.

Servus regem gladio necat.
De slaaf doodt de koning met een zwaard.

Silentio hostes urbem intrant.
In stilte komen de vijanden de stad binnen.




Slide 10 - Tekstslide

Voorzetsels met ablativus
De ablativus is achter deze voorzetsels een verplichte aanvulling.

  • de + abl = vanaf ..., over (als in: dit boek gaat over ...)
  • cum + abl = (samen) met
  • in + abl = in, op

Slide 11 - Tekstslide

Ablativus met voorzetsel
Mater de monte descendit.
Moeder daalt van de heuvel af.

In Roma Marcus est.
Marcus is in Rome.

Iulia cum patre venit.
Julia komt met vader.

Slide 12 - Tekstslide

dativus
hoofdfunctie: 
meewerkend voorwerp

aan wie of voor wie iets gebeurt


gaat meestal om personen


vertaal: aan, voor, tegen,
ablativus
hoofdfunctie:  
bijwoordelijke bepaling

waar, wanneer, waarmee iets gebeurt.

gaat meestal om dingen, plaatsen, tijden

vertaal: met, door, in

Slide 13 - Tekstslide

Twee mogelijkheden
Rex servo mandatum dat.

De koning geeft een opdracht aan de slaaf 
dativus

De koning geeft een opdracht door middel van een slaaf.
ablativus

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de ablativus enkelvoud vorm van "rex, reges"?
A
regi
B
rege
C
regibus
D
rego

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juist vorm?
ablativus meervoud
flumen, flumina
A
flumina
B
flumine
C
fluminis
D
fluminibus

Slide 16 - Quizvraag

In welke naamval staat het woord: patri?
A
nominativus
B
accusativus
C
dativus
D
ablativus

Slide 17 - Quizvraag