Hoofdstuk 2.2 Zuivere stoffen en mengsels

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2: Stoffen

§ 2: Zuivere stoffen en mengsels

Wat doen we vandaag?

• Korte herhaling vorige les
  
• 5 min huiswerk nakijken
• Uitleg paragraaf 2.2
• Zelfstandig werken 

Vorige les

• Noem 4 stofeigenschappen

Lesdoelen 2.2

• Zuivere stoffen en mengsels 
• Oplossingen en suspensies
• Stoffen scheiden

Ice tea

Ingrediënten

Mengsel

Zuivere stoffen

Mengsels

Bestaat uit maar één stof

Bestaat uit meerdere stoffen

Soort mengsel: oplossingen

Oplossingen zijn altijd helder

Suiker in water:

Wat is het oplosmiddel?

Wat is de opgeloste stof?

Soort mengsel: suspensies

Suspensies zijn troebel (=niet doorzichtig)

Er zweeft fijn verdeeld poeder in de vloeistof

Scheidingsmethode: Extraheren

Stoffen onttrekken door middel van oplossen

Thee zetten: smaak- en kleurstoffen uit het zakje op in het hete water

Scheidingsmethode: Filtreren

Te gebruiken bij suspensies: vaste stoffen scheiden van vloeibare stoffen

Koffie: koffiedik scheiden van koffie

Residu = vaste stof in het filter

Filtraat = vloeibare stof die door het filter gaat

Zelfstandig werken

• Lees hoofdstuk 2.2 (blz. 21 t/m 22) 
• Maak opdracht 12 / 13 / 14 / 15 / 17  in je schrift
• Eerst 5 minuten in stilte, daarna zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw 

Onthoud

• Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen. Een zuivere stof bestaat uit één stof.

• Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en de vaste stof verdwijnt, dan ontstaat een oplossing. Oplossingen zijn altijd helder. Je kunt erdoorheen kijken.

• Als een vloeibaar mengsel troebel (ondoorzichtig) is, kan het dus geen oplossing zijn. Zo’n mengsel is een suspensie.

Onthoud

• Met heet water, maar ook met andere vloeistoffen, kun je geur-, kleur- en smaakstoffen uit vaste stoffen halen. Je krijgt dan een oplossing. Dit proces noem je extraheren.

• Met een filter kun je een vaste stof van een vloeistof scheiden. In een filter zitten heel kleine gaatjes. De vaste stof die achterblijft in het filter noem je het residu. De vloeistof die door het filter heen gaat, is het filtraat. Dit proces noem je filtreren.