In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Thema 1 Vertering
Deze les:
§1.3 Chemische vertering
Afmaken kleurplaat 'verteringsstelsel'
Huiswerk:
Opdracht 12, 14 en 17 van §1.2
Opdracht 18, 19, 20 en 21 van §1.3
Slide 1 - Tekstslide
§1.3 Chemische vertering
Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden verteerd in het darmkanaal en verklaren op welke wijze factoren dit kunnen beïnvloeden.
Slide 2 - Tekstslide
Enzymen (-ase)
Enzymen zijn eiwitten die een stof kunnen veranderen (knippen, plakken, vervormen) -> specifieke werking door de chemische structuur van de actieve plaats
Slide 3 - Tekstslide
Eiwitten bestaan uit aminozuren
En aminozuren reageren makkelijk op waterstofionen!
Waardoor pH (= vrije H+ ionen) invloed hebben op de structuur van enzymen!
Slide 4 - Tekstslide
Enzymen in het verteringsstelsel
Amylasen = koolhydraatsplitsende enzymen
Proteasen/peptidasen = eiwitsplitsende enzymen
Lipasen = vetsplitsende enzymen (volgende les)
Elke voedingsstof heeft een eigen specifiek enzym voor de afbraak ervan!
Slide 5 - Tekstslide
Enzymen
in het
verterings-
stelsel
Slide 6 - Tekstslide
Binas 82G
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Vertering op molecuulniveau
Hydrolyse = moleculen splitsen met behulp van water
Slide 9 - Tekstslide
Exocriene klier (opening naar buiten)
Slide 10 - Tekstslide
Vertering op molecuulniveau
Hydrolyse = moleculen splitsen met behulp van water
Slide 11 - Tekstslide
Verteringsproducten (van vet)
Niet opneembaar
Niet opneembaar
Opneembaar
Opneembaar
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag!
Afmaken kleurplaat 'verteringsstelsel'
Klaar?
Opdracht 12, 14 en 17 van §1.2
Opdracht 18, 19, 20 en 21 van §1.3
Slide 13 - Tekstslide
Uit welke 2 monosachariden is lactose opgebouwd? (Binas 67F)
A
glucose en fructose
B
glucose en ribose
C
glucose en galactose
Slide 14 - Quizvraag
Welk enzym breekt lactose af in galactose en glucose?
Slide 15 - Open vraag
Zetmeel wordt door amylase afgebroken tot ...
Slide 16 - Open vraag
Welke verteringsproducten van koolhydraten worden uiteindelijk opgenomen in de dunne darm?
Slide 17 - Open vraag
Welke enzymen zijn achtereenvolgens nodig voor eiwitvertering, volgens 82E?
A
amylase en maltase
B
peptase, tryptase, chymotrypsine en peptidase
C
pepsine, trypsine en peptonen
D
gal en lipase
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekenen de pH waarden die in 82E staan?
A
Dat zijn de pH-waarden van de enzymen
B
Dat is de pH-waarde van de voedselbrij ter plekke
C
Dat is het pH-maximum van de enzymen
D
Dat is de pH-optimum van de enzymen
Slide 19 - Quizvraag
§1.3 Chemische vertering
Je kunt beschrijven waar en op welke wijze voedingsstoffen worden verteerd in het darmkanaal en verklaren op welke wijze factoren dit kunnen beïnvloeden.