Activerende werkvormen 2020

Workshop Didactisch Handelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Workshop Didactisch Handelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In mijn lessen maak ik gebruik van activerende werkvormen.
A
nooit
B
soms
C
vaak
D
altijd

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkvormen
ken je?

Slide 3 - Woordweb

Als er niemand een activerende werkvorm inzet, kunnen we deze dia overslaan. 
Na deze workshop kunnen jullie: 
  • Minimaal twee activerende werkvormen benoemen en omschrijven;
  • Op een juiste manier feedback geven aan studenten;
  • Het belang van activerende didactiek uitleggen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut
  • Geven continu signaal;
  • Erbij houden van de klas;
  • Het bevordert het zelfstandig en actief leren van studenten;
  • Resulteert in sterke leerresultaten;  
  • Zorgt ervoor dat studenten effectief leren;
  • Studenten krijgen meer zelfvertrouwen;
  • Zorgt ervoor dat studenten sociale vaardigheden aanleren;
  • Recht doen aan verschillen tussen de (leervoorkeuren van) studenten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Expertwerkvorm
Wat? Nummeren, lees en wissel uit.       
Tijd?  10 minuten.
Hoe? Binnen je groepje.
Hulp? Mede-experts en eventueel internet.
Resultaat? Presenteren.
Klaar? Bedenk hoe je deze werkvorm tijdens een van jouw komende lessen kunt gaan inzetten. 
Wat moet je doen? Bestudeer de uitleg van de werkvorm en bespreek dit met je mede-experts. Zorg ervoor dat je uiteen kunt zetten wat de werkvorm inhoudt en op welke manieren je de werkvorm kunt inzetten.  
Hoe moet je dit aanpakken? Lees rustig de uitgedeelde informatie en wissel binnen je groepje uit wat je eruit hebt kunnen opmaken. 
Wat doe je met de uitkomst? Een persoon uit jullie groepje moet straks een presentatie geven aan de rest van de groep waarin uiteen wordt gezet wat de werkvorm inhoudt en op welke manieren je die kunt inzetten.  
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • In tweetallen of groepjes
  • Check in duo’s
  • Experts
  • Denken – Delen – Uitwisselen
  • Rollenspel
  • 30 seconds
  • Mindmap
  • Jubel- en Klaagmuur
  • Genummerde hoofden  
  • Memory
  • Verboden woord 


  • Invuloefening (bijvoorbeeld schema’s)
  • Foto associatie
  • Ik denk dat ik de enige ben die..
  • Quiz: kahoot of door middel van kaartjes A-B-C of petje op – petje af etc.
  • Filmpjes met kijkvraag
  • CRAM
  • Bingo
  • Galgje
  • Schouderklopjes
  • Uit de hoge hoed
  • Woordzoeker 
Soorten werkvormen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


'De studenten maken de opdrachten niet'

'De studenten praten door mijn uitleg heen'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
- Denk aan een student die je deze week nog gaat zien.
- Schrijf een compliment op dat je de student zou willen geven. 

Hoe: zelfstandig 
Tijd: 2 minuten

timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewenst gedrag belonen
De studenten veranderen hun gedrag niet sneller als zij worden gestraft met strafregels, verwijtende opmerkingen of schorsingen (Bandura, 1977).​
  

Studenten veranderen hun gedrag eerder wanneer zij worden beloond met complimenten, beloningen en waardering (Geerts & Van Kralingen, 2013).​


‘De beloning bekrachtigt het goede gedrag van het kind en heeft dus een positieve invloed op zijn of haar gedrag’, aldus Henckel (2011). 
- De studenten gaan zich beter voelen​
- Krijgen het gevoel dat de docent ze begrijpt en om ze geeft​
- Gevoel van sociale veiligheid bij studenten​
- Plezierig leefklimaat en goed werkklimaat in de klas

(Henckel, 2011)​
(Teitler, 2010)​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
'Wat goeeeeed!' (Meiland, 2019)
'Goed gedaan!' (docent X, 2020)

- Wat doet de student precies goed? ​


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effectieve feedback
- Richt je op concreet waarneembaar gedrag 
- Wees oprecht 


Kijk nu naar het genoteerde compliment en pas die (indien nodig) aan. 

Slide 12 - Tekstslide

voorbeeld student JK over 'goed dat je je boeken mee hebt'. 
Ordeverstoring 
Tijdens het zelfstandig werken praten vier studenten met elkaar. Je kijkt ze eerst aan en als ze niet stoppen vraag je of ze aan het werk willen gaan. Dat doen ze, maar na een paar minuten beginnen ze weer met praten en lachen. Je krijgt het gevoel dat ze om een klasgenoot lachen en de rest van de klas begint zich ook te storen aan het gedrag van deze studenten. 

Slide 13 - Tekstslide

DDU?

rood = denken
oranje = delen
groen = uitwisselen
Wat te doen? 
- Blijf in alle gevallen rustig
- Vat het niet persoonlijk op​
- Probeer de student te begrijpen​
- Geef duidelijke grenzen aan ​
           4 G's 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 G's (Bekker, 2018)
- Gedrag: beschrijf waarneembaar gedrag in concrete termen;
- Gevoel: geef aan wat het met je doet;
- Gevolg: geef aan wat het gevolg is;
- Gevraagd: geef aan welk gedrag wel gewenst is. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jubel- en klaagmuur 
Klaagmuur: wat heb je gemist of waar wil je meer van weten?
Jubelmuur: wat vond je het leukste onderdeel?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies