Les 3 Bindmiddelen en consistentie

Bindmiddelen en consistentie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bindmiddelen en consistentie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze les weet je wat bindmiddelen zijn.
  • Aan het einde van deze les kan je het verschil benoemen tussen fijn - en grof bindmiddel.
  • Aan het einde van deze les kan je benoemen wat consistentie is.


Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'binden'?

Slide 4 - Woordweb

Binden =
Is het dikker maken van vloeistof.
Het is een kooktechniek bij het koken met als doel om gerechten dikker te maken. 
Denk aan: sauzen of soepen

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn verschillende manieren om gerechten te gaan binden:
Fijne bindmiddelen:
Hebben een korte kooktijd tot ongeveer 3 minuten. 
Grove bindmiddelen:
Hebben een langere kooktijd, duurt langer omdat het gaar moet worden. Ongeveer 10/20 minuten

Slide 6 - Tekstslide

Fijne bindmiddelen
  • Aardappelmeel en maïzena ( jus, sauzen, soepen)
  • Bloem (sauzen en soep)
  • Custard ( pudding, desserts, taarten)
  • Allesbinder (jus, sauzen, soepen)
  • Gelatine (pudding, bavarois) 
  • Ei

Slide 7 - Tekstslide

Grove bindmiddelen
Vermicelli (als vulling in de soep)
Havermout ( gezonde vervanging van meel)
Rijst
Griesmeel  (soep, sauzen, pudding)




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wat is consistentie?
Voedingsmiddelen verschillen van dikte en stevigheid. Sommige voedingsmiddelen zijn wat dunner en sommige zijn wat dikker. Dit noem je de consistentie.
Consistentie betekent dus de dikte en stevigheid van een voedingsmiddel.
Voorbeeld: De consistentie van pudding is dikker dan vla.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk! 
Opdracht: consistentie
Rekenopdracht:  - gewichten
                                    - maatkaart

Slide 12 - Tekstslide

Wat is GEEN bindmiddel?
A
Rijst
B
Gelatine
C
Ei
D
Vis

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GEEN bindmiddel?
A
Allesbinder
B
Saus
C
Havermout
D
Custard

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een fijn bindmiddel?
A
Ei
B
Griesmeel
C
Havermout
D
Rijst

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een grof bindmiddel?
A
Bloem
B
Vermicelli
C
Ei
D
Gelatine

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een fijn bindmiddel
A
Havermout
B
Aardappelmeel
C
Vermicelli
D
Griesmeel

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een grof bindmiddel?
A
Bloem
B
Maizena
C
Custard
D
Griesmeel

Slide 18 - Quizvraag

De consistentie van pudding is dikker dan van vla
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De consistentie van soep is dunnen dan van saus
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Consistentie
Zet het product dat het dunst is bovenaan en het product  dat het dikst is onderdaan.
Bavarois
Gelei
Ragout
Soep
Vla

Slide 21 - Tekstslide

Van dun naar dik
  • Soep
  • Ragout
  • Vla
  • Bavarois
  • Gelei

Slide 22 - Tekstslide

Consistentie
Zet het product dat het dunst is bovenaan en het product dat het dikst is onderdaan.
  • Saus
  • Limonade
  • Soep
  • Pudding
  • Vla

Slide 23 - Tekstslide

Van dun naar dik
  • Limonade
  • Soep
  • Saus
  • Vla
  • Pudding 

Slide 24 - Tekstslide