Begrijpend lezen 1 havo week 39

Doel van de les
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden
- de hoofdgedachte verwoorden
- woordenschat
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden
- de hoofdgedachte verwoorden
- woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord is een synoniem van 'verzonnen naam'
A
synoniem
B
pseudoniem
C
creatief
D
opinie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor 'goed- of afkeuring te kennen geven over'
A
reduceren
B
fenomeen
C
bovendien
D
beoordelen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'vooral'
A
klakkeloos
B
dankzij
C
meestal
D
hoofdzakelijk

Slide 5 - Quizvraag

Werkwijze
Je leest een krantenartikel en beantwoordt de vragen.
De antwoorden vergelijken we met elkaar.
We bespreken wat je geleerd hebt van deze les.

Slide 6 - Tekstslide

Formuleer het onderwerp van deze tekst.
Denk aan de criteria (kort & concreet)

Slide 7 - Open vraag

Geef aan wat de
deelonderwerpen in
deze tekst zijn.

Slide 8 - Woordweb

Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?
A
Door een anekdote te vertellen.
B
Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
C
Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
D
Door een korte samenvatting te geven.

Slide 9 - Quizvraag

Zoek in de kern van de tekst naar een opsommend of tegenstellend verband. Citeer deze zin (schrijf de eerste twee en laatste twee woorden van de zin op). Noem ook het signaalwoord dat bij dit tekstverband past.
Tip: een aantal signaalwoorden zijn al onderstreept.

Slide 10 - Open vraag

Wat is de
hoofdgedachte van
deze tekst?

Slide 11 - Woordweb

Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.
D
Niets, ik ben hier al heel goed in.

Slide 12 - Quizvraag