20. 20 nov: Herhalingsweek 2

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • Huiswerk bespreken
  • Herhalingsprogramma
Vandaag woensdag 20 november:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Tekst 1 NOS.nl
Tekst 2 BBB
Tekst 3 Zoogdieren.nl



Welke verschillen in framing zie je?
  • Verjagen/bejagen van de wolf = afschieten
  • Beheer van de wolf = afschieten
  • probleemwolven = wolven die veedieren doden = alle wolven
  • op een gezonde manier samenleven met de natuur = niet alle beesten doden

Slide 3 - Tekstslide

Tekst over de wolf
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
Lees de drie tekstjes
1. Welke verschillen in framing zie je?
2. Hoe zou je het frame van de BBB omschrijven? Onderstreep de woorden die bij het frame horen.
3. Hoe zou je het frame van de zoogdiervereniging omschrijven? Onderstreep de woorden die bij dat frame horen. 
4. Welk eufemisme zie je in de tekst van de BBB?
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Tekst over de wolf
Planning periode 1:

Communicatie
2 Onderwerp en hoofdgedachte
4 Inleiding, kern en slot
6 Alinea's en verbanden
26 Recensie

Taal
9 Framing

Literatuur
Literair werk lezen
1 De kunst van lezen en schrijven
2 Fictie en werkelijkheid
3 Literaire genres
In PTO 1 geef je antwoorden bij een leestekst én schrijf je een boekopdracht. 

Slide 5 - Tekstslide

zv4d
Communiceren doe je samen 2
Alinea's en verbanden (les 6)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Schrijf 3 soorten tekstverbanden op met een bijpassend signaalwoord. 
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

zv4d
Functiewoorden in een examen geschiedenis:

Slide 9 - Tekstslide

zv4d
Schema handboek pagina 65

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Signaalwoorden/verbindingswoorden: geven verbanden aan tussen alinea's, zinnen en delen van zinnen. 

Functiewoorden zijn geen signaalwoorden!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alinea-indeling

Alinea:
- enkele zinnen samen
- elke alinea heeft één kernzin

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
alinea
tekstverband
signaalwoord
functiewoord

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Recensie (les 26)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van een recensie:

  1. feitelijke beschrijving
  2. jouw respons/mening
  3. raad het boek aan of af 
Opbouw van een recensie:

  1. Inleiding
  2. kern
  3. slot

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feitelijk versus waarderend
Feitelijke argumenten: 
Deze argumenten kun je controleren: 
  • Er zitten gaten in het scenario en in de verhaallijnen, waardoor het verhaal niet duidelijk is voor de kijker. 
Waarderende argumenten: 
Deze argumenten kun je niet controleren, op mening gebaseerd:
  • De joker 2  is een een visueel entertainende ervaring, maar stelt qua verhaallijn behoorlijk teleur. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingswoorden
Beoordelingswoorden zijn eigenlijk bijvoeglijk naamwoorden. 
Deze woorden geven de mening van de recensent weer. 
Bijvoorbeeld: 
  • Gevoelig - Ongevoelig 
  • Geloofwaardig - Ongeloofwaardig
  • Herkenbaar - Onherkenbaar 
  • Grappig - Droevig

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recensie 
Wie blijft achter?
Lees de recensie.
Schrijf het antwoord van de volgende vragen op in je schrift:
  1. Deel de recensie op in inleiding, kern, slot
  2. Omcirkel de signaalwoorden in de tekst.
  3. Welke verbanden horen bij de signaalwoorden uit de tekst? 
  4. Wat is de mening van de recensent?
  5. Wil je het boek waar deze recensie over gaat nu lezen? Leg uit.
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Deel de recensie op in inleiding, kern, slot
  2. Omcirkel de signaalwoorden in de tekst.
  3. Welke verbanden horen bij de signaalwoorden uit de tekst? 
• Echter > tegenstellend
• maar > tegenstellend
• verder > opsomming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat is de mening van de recensent?
  • niet zo originele minpuntjes > negatief
  • uitstekende thriller > positief

  • Mening: enkele niet-originele puntjes, maar een uitstekende thriller. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Wil je het boek waar deze recensie over gaat nu lezen? Leg uit.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • feitelijke beschrijving
  • jouw respons/mening
  • raad het boek aan of af
 
  • Feitelijk argument 
  • Waarderend argument


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Literatuur (les 1-3)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie: verzonnen verhalen


Lectuur:
- simpele verhaallijn
- voorspelbaar patroon (clichés)
- oppervlakkige personages

Literatuur
- diepgang
- verrassend/uniek
- personages uitgewerkt tot karakter
- ruimte voor interpretatie
- kritische houding

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen binnen de literatuur: 

  • Tijd 
  • Ruimte
  • Genre
  • Motieven
  • Thema
  • Ik-perspectief
  • Personaal perspectief
  • Auctoriaal/Alwetend

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11 functies van literatuur
Van elitekunst tot boeken voor alle mensen
Van literaire waarde naar ook literaire functies:
  • persoonlijk: ontspanning, emotieverwerking, kennisvergaring van leven en wereld, misstanden aan de kaak stellen, antwoord geven op vragen, genieten van stijl en de denkwereld achter het boek.
  • sociaal-cultureel: uitbreiding woordenschat, taalgevoel, inzicht in (verschillende) culturen
Deze elf moet je kennen!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Fictie / non-fictie

  • fictie = verzinsel van de schrijver
  • non-fictie = gebaseerd op controleerbare feiten
  • realistische fictie 
  • = verzinsel, maar had echt kunnen plaatsvinden/gebeuren.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2

autobiografie 
  • Een boek dat je schrijft over jouw eigen leven. 
biografie
  • Een boek dat je schrijft over het leven van een ander. 

Wat betekenen deze begrippen? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2

Alter ego 
  • In het boek is de hoofdpersoon ook de schrijver. Alleen heeft de hoofdpersonage een andere naam dan de schrijver. 
pseudoniem
  • Een schrijver publiceert onder een andere naam.  

Wat betekenen deze begrippen? 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2

  • lyriek (poëzie en liedteksten)
  • Epiek / literair proza (literaire teksten)
  • Dramatiek (toneel en film)
Wat zijn de drie hoofdgenres van literatuur?  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2

  • gebeurtenissen
  • personages
  • perspectief
  • tijd
  • plaats
Wat zijn de grondelementen van literatuur? 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van literatuur:
Tijd
Ruimte
Genre
Motieven
Thema
Perspectieven
autobiografie
biografie
Alter ego
pseudoniem
fictie / non-fictie
realistische fictie

lyriek
Epiek / literair proza
Dramatiek
Gebeurtenissen
personages
perspectief
tijd
plaats

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
- Ga naar LessonUp en bekijk de toetsstof voor periode 1
- Kies 2/3 onderwerpen die je moeilijk vindt
- Open ChatGPT en vraag om drie open toetsvragen te maken over de onderwerpen op het niveau van vwo 4
- Maak je eigen oefenvragen en laat je antwoord nakijken door ChatGPT.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies