1.5 Woorden les 2 mavo 2 22-09-2023

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







WE STARTEN MET LEZEN
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Leesopdracht: 3 vragen voor tijdens het lezen
Nodig: papier en pen

1. Noteer drie dingen die je over de hoofdpersoon weet.

2. Waar speelt het verhaal zich af? Op 1 plek of op verschillende plekken? 

3. Is de plaats waar het verhaal zich afspeelt van belang voor het verhaal? 

Klassikaal nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Programma blokuur 
Wat gaan we doen?:

1. Wat gaan we doen?: verder met paragraaf 1.5 woorden
2. Individueel aan de slag met de woordenlijst: betekenisvolle zinnen maken. 
3. Uitwisselen van de zinnen en elkaar verbeteren
4. Voorlezen
5. Oefenen met de woorden uit de woordenlijst




Slide 3 - Tekstslide

Betekenisvolle zinnen maken met de woordenlijst
Wat is een betekenisvolle zin?

Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig. 

Een betekenisvolle zin maak je met  een samengestelde zin=
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen!




Slide 4 - Tekstslide

Betekenisvolle zinnen maken met de woordenlijst
Opdracht individueel (15 minuten):
Maak  van de eerste  13  woorden uit de woordenlijst een goede 
betekenisvolle zin. 

Klaar? ga verder met de volgende woorden uit de lijst.




timer
15:00
Open het bestandje woordenlijst 1.5 (Magister/Studiewijzers/Nederlands mavo 2)

Sla het bestand op: OneDrive/leerjaar2/Nederlands (maak een mapje Nederlands aan, als je dit nog niet hebt)


Slide 5 - Tekstslide

Betekenisvolle zinnen maken met de woordenlijst
Opdracht in duo's (8 min):
Uitwisselen laptop met schoudermaatje. 

Bekijk elkaars zinnen (om beurten): 
- Klopt de uitleg van de betekenis? 
- Is het een correcte zin (spelling, opbouw van de zin). 
Geef elkaar advies en verbeter in overleg.


timer
8:00

Slide 6 - Tekstslide

Programma blokuur 2
Wat gaan we doen?:

  • Vervolg woorden 1.5 betekenisvolle zinnen maken
  • Voorlezen
  • Oefenen met woorden uit de woordenlijst





Slide 7 - Tekstslide



Kort nabespreken zinnen maken uit woordenlijst


Slide 8 - Tekstslide

Voorlezen
Leesopdracht:

Welke innerlijke kenmerken kom je te weten over de hoofdpersoon?

Schrijf op.

Slide 9 - Tekstslide

oefenen woorden woordenlijst


Je ziet steeds een aantal woorden en de betekenis(sen). Bekijk deze slides heel goed. Daarna volgt steeds een oefening.

Slide 10 - Tekstslide


achterhalen  

te weten komen
=

Slide 11 - Tekstslide


afgeleid  

1. ontstaan uit een ander woord
2. de aandacht op iets anders gericht
=

Slide 12 - Tekstslide


flexibel  

buigzaam, past zich makkelijk aan
=

Slide 13 - Tekstslide


fotoshoppen / photoshoppen
  

bewerken van een digitale foto op de computer
=

Slide 14 - Tekstslide


het gadget
  

hebbeding,   grappig voorwerp zonder veel waarde
=

Slide 15 - Tekstslide

fotoshoppen / 
photoshoppen
afgeleid
het gadget
achterhalen
flexibel
hebbeding
buigzaam
te weten komen
de aandacht op iets anders vestigen
bewerken van een digitale foto op de computer

Slide 16 - Sleepvraag

woordenlijst
De volgende vijf woorden. 

Slide 17 - Tekstslide


de gegevens  

 verzamelde informatie
=

Slide 18 - Tekstslide


de helpdesk  

telefonische hulp bij technische problemen
=

Slide 19 - Tekstslide


interactief  

op elkaar kunnen reageren
=

Slide 20 - Tekstslide


inzicht krijgen in  

begrijpen hoe iets in elkaar zit
=

Slide 21 - Tekstslide


levensgroot  

heel erg groot
=

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de betekenis van
inzicht krijgen in
A
op elkaar kunnen reageren
B
verzamelde informatie
C
telefonische hulp bij technische problemen
D
begrijpen hoe iets in elkaar zit

Slide 23 - Quizvraag

Maak een betekenisvolle zin met:
levensgroot

Slide 24 - Open vraag

Wat is de betekenis van
interactief
A
op elkaar kunnen reageren
B
verzamelde informatie
C
telefonische hulp bij technische problemen
D
begrijpen hoe iets in elkaar zit

Slide 25 - Quizvraag

woordenlijst
De volgende vijf woorden. 

Slide 26 - Tekstslide


massaal  

met heel veel tegelijk
=

Slide 27 - Tekstslide


de media  

middelen om informatie aan anderen door te geven, bijvoorbeeld radio, tv, kranten, internet
=

Slide 28 - Tekstslide


het misverstand  

vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
=

Slide 29 - Tekstslide


de monitor  

 het beeld-scherm
=

Slide 30 - Tekstslide


de ondernemer  

  iemand met een eigen bedrijf

Slide 31 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
de media

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

welk woord hoort bij de foto op de vorige slide?

Slide 34 - Woordweb

Maak een zin met het volgende woord...het misverstand

Slide 35 - Open vraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 36 - Tekstslide


online  

verbonden met internet
=

Slide 37 - Tekstslide


opbiechten 

vertellen dat je iets slechts hebt gedaan
=

Slide 38 - Tekstslide


registreren  

vastleggen, onthouden
=

Slide 39 - Tekstslide


de slaapstand  

sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
=

Slide 40 - Tekstslide


de sociale media  

websites die mensen  kunnen gebruiken om informatie aan elkaar door te geven
=

Slide 41 - Tekstslide


Als je iets registreert, dan

Slide 42 - Open vraag


Wat is het tegenovergestelde van online?

Slide 43 - Open vraag

Welke uitleg hoort bij
opbiechten
A
vertellen dat je iets goeds hebt gedaan
B
vertellen dat je iets slechts hebt gedaan

Slide 44 - Quizvraag

woordenlijst
We gaan door met de volgende vijf woorden. 

Slide 45 - Tekstslide


universele 

over de hele wereld hetzelfde
=

Slide 46 - Tekstslide


veel tijd in beslag nemen  

veel tijd en aandacht opeisen
=

Slide 47 - Tekstslide


virtueel 
wat alleen digitaal bestaat
=

Slide 48 - Tekstslide


voorlopig

tijdelijk
=

Slide 49 - Tekstslide


wijzigen  

veranderen
=

Slide 50 - Tekstslide

universele
veel tijd in beslag nemen
virtueel
voorlopig
wijzigen
tijdelijk
wat alleen digitaal bestaat
veel tijd en aandacht opeisen
veranderen
over de hele wereld hetzelfde

Slide 51 - Sleepvraag

Slide 52 - Tekstslide

Afsluiten van de les en huiswerk

Huiswerk: 
Leer de tweede helft van de woordenlijst 1.5 en herhaal de eerste helft.

Leer de betekenis en andersom!



Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Voorvoegsels
normaal 

abnormaal

verschil?

Slide 55 - Tekstslide

Voorvoegsels
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel

De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig

Andere voorvoegsels?

Slide 56 - Tekstslide

Voorvoegsel
Voorvoegsels: : on-, in-, her-, ver-, op-, af-, super- ........

Een voorvoegsel bestaat (meestal) niet als apart woord. Vaak heeft het een betekenis:

on- = niet               mis- = verkeerd
her- = opnieuw      anti- = tegen
inter- = tussen       a-/ab- = niet

Door naar het voorvoegsel te kijken kun je de betekenis van een moeilijk woord beter achterhalen. 

Slide 57 - Tekstslide