Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Over Taal en grammatica 4 feb
Regels en afspraken
1) Ik heb mijn spullen in orde voor de les.
2) Ik reageer niet op anderen.
3) Ik steek mijn vinger op en wacht op mijn beurt.
4) Ik luister naar de docent en praat niet door de les heen.
5) Ik ga niet in discussie met de docent als ik aangesproken word op mijn gedrag.
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
12 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Regels en afspraken
1) Ik heb mijn spullen in orde voor de les.
2) Ik reageer niet op anderen.
3) Ik steek mijn vinger op en wacht op mijn beurt.
4) Ik luister naar de docent en praat niet door de les heen.
5) Ik ga niet in discussie met de docent als ik aangesproken word op mijn gedrag.
Slide 1 - Tekstslide
Over Taal en Grammatica
BLOK 3
Slide 2 - Tekstslide
voorvoegsel betekenis
1. mis = slecht/verkeerd
2. on = niet
3. her = nog een keer
4. wan = geen/slecht
Slide 3 - Tekstslide
achtervoegsel betekenis
5. -baar = kan/je kunt het
6. -loos = zonder
7. -vol = met veel
8. -rijk = met veel
9. -arm = met weinig
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden wijzen naar:
- een woord;
- een groep woorden;
- een zin.
Slide 5 - Tekstslide
Vul in:
1. Onze hond loopt mank, maar HIJ is ook al oud.
2. Het boek DAT ik moet lezen, is veel te dik.
3. Komen jullie vrienden ook? Nee, DIE komen niet.
4. Natascha verft haar haren in alle kleuren van de regenboog. Veel mensen vinden DIT maar gek.
5. Morgen ga ik naar Praag. Ik ben DAAR nog nooit geweest.
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent?
1. De boerin
bindt
de geit met een touw aan het hek.
2. Voor geschiedenis moet iedereen
een voorwerp
van vroeger meenemen; bijvoorbeeld een oude klok.
3. De geheimzinnige muziek in de film geeft een spannend
effect
.
4. Op het schoolkamp zijn drugs en alcohol
absoluut
verboden.
5. Je mag geen jassen en tassen mee naar binnen nemen in het museum. Je mag ze
in bewaring geven
bij de garderobe.
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent?
1. Binden = vastmaken
2. Een
voorwerp = een ding
3. Een effect
=
een resultaat
4. Absoluut = heel zeker
5. In bewaring geven = voor een poosje afgeven
Slide 8 - Tekstslide
Wat betekent?
onmogelijk = niet mogelijk
onhandig = ........................
ongelijk = .......................
oneven = .......................
onbekend = ........................
wanprestatie =...........................
wansmaak = ...........................
Slide 9 - Tekstslide
Wat betekent?
1. misgooien
2. onhandig
3. herstarten
4. hoorbaar
5. kansloos
6. hoopvol
7. miskoop
8. ontelbaar
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
Blok 3 Over Taal
Maken basis: blokje 3.9 - 3.10
Maken kader: blokje 3.9 - 3.10
Blok 3 Grammatica
Maken basis: blokje 3.3 - 3.4 - 3.5
Maken kader: blokje 3.3 - 3.4 - 3.5
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Ben je klaar met alle opdrachten van Blok 3 Over Taal en Grammatica,
dan begin je aan Blok 3 Fictie.
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Over Taal blok 3 les 2
21 dagen geleden
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Over Taal en grammatica 4 feb
12 uur geleden
- Les met
11 slides
Over Taal blok 3 les 4
20 dagen geleden
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Over Taal blok 3 les 3
16 dagen geleden
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Over Taal blok 3 les 4
9 dagen geleden
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Over Taal blok 3 les 2
20 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Woordenschat blok 3
15 dagen geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Over taal - blok 3 - les 3.9
September 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2