NT2 woordvolgorde enkelvoudige en samengestelde zinnen
De volgorde van woorden in een zin
Onderwerp, persoonsvorm/rest van de zin
Bepaling/persoonsvorm/onderwerp
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De volgorde van woorden in een zin
Onderwerp, persoonsvorm/rest van de zin
Bepaling/persoonsvorm/onderwerp
Slide 1 - Tekstslide
hoe vind je de persoonsvorm?
verander de tijd
zet het onderwerp in meervoud of enkelvoud
Wil jij de fiets in de schuur (zetten)?
(Wilde jij de fiets in de schuur zetten?
Willen jullie de fiets in de schuur zetten?)
Slide 2 - Tekstslide
teruggegaan – naar de winkel – de volgende dag – Ik – ben
Slide 3 - Open vraag
teruggegaan – naar de winkel – De volgende dag – ik – ben
Slide 4 - Open vraag
2a. We gaan volgende maand met fietsvakantie.
2b. Volgende maand ………........................…………………………
Slide 5 - Open vraag
6a. Ik vond dat veel te weinig. 6b. Dat ……........………………………………
Slide 6 - Open vraag
Zet in de goede volgorde; begin met de hoofdletter: heb – drie weken geleden – Ik – gekocht – een paar schoenen
Slide 7 - Open vraag
Van meer zinnen één maken
Maak van twee hoofdzinnen één:
(want) Het is stil op straat. Er is een voetbalwedstrijd.
Slide 8 - Tekstslide
De wedstrijd is om negen uur begonnen. Ik heb nog geen tijd gehad om te kijken. (maar)
Slide 9 - Open vraag
Ik heb niet veel geld. Ik heb teveel uitgegeven. (want)
Slide 10 - Open vraag
Hoofdzinnen/bijzinnen
In een hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm altijd naast elkaar
In een bijzin staan onderwerp en persoonsvorm uit elkaar; je kunt er meerdere woorden tussen zetten:
Ik heb lang geslapen, zodat ik te laat op school ben.
Slide 11 - Tekstslide
Probeer de zin af te maken:
Hij zet zijn fiets op slot, zodat ....................................
Slide 12 - Open vraag
Probeer de zin af te maken:
Ik had hem gewaarschuwd dat .........................
Slide 13 - Open vraag
Dus met een verplicht en interessante lessen jongeren minder vrije tijd hebben om rondhangen, drugs en alcohol gebruiken .
Slide 14 - Open vraag
Wat gaat er fout in deze zin? Jongeren na school minder vrije tijd hebben om rondhangen
Slide 15 - Open vraag
Zoals we allemaal weten in de winkelcentrum hangen veel groep jongere op straat, in de plein die rondhangend, waardoor niks ten doen hebben.
Slide 16 - Open vraag
Dit als een oplossing vond ik een leuke idee want wij willen zo graag bij iedere jongeren bezig is en gezond natuurlijk.
Slide 17 - Open vraag
Ik zou met deze email mijn mening doorgeven want ik vind dat jongeren best belangrijk voor mij en goede planning voor jongeren best belangrijk voor hun toekomst .