PTA - Module - stijl - les 4

Module stijl
Woensdag    - grammatica
Vrijdag            - spelling

  1. Planning periode 1
  2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
  3. paragraaf 1 doornemen
  4. paragraag 2 doornemen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module stijl
Woensdag    - grammatica
Vrijdag            - spelling

  1. Planning periode 1
  2. Het fictiedossier - planning - boekenlijst
  3. paragraaf 1 doornemen
  4. paragraag 2 doornemen

Slide 1 - Tekstslide

Toets spelling
Cijfers!

Afspraken:
- inhalen (Dion?)
(Usha - vrijdag ochtend)
- grammatica toets herkansen
(Shinelly + Hader - vrijdag 11.30)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vorige week
Aan het eind van deze les:

Kun je de volgende stijlfouten herkennen in een zin:
- Als/ dan
- mij/ mijn
- jou/ jouw
- hun/ hen


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk 13 januari af

Opdracht 1 t/m 5 blz. 13 t/m 15 + alle vorige opdrachten

Filmverslag Sonnyboy inleveren

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vorige week
Aan het eind van deze les:

Kun je de volgende stijlfouten herkennen in een zin:
- Hun/ hen
- Wat/ dat
- Waarmee/ met wie


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

4. Stijlfouten blz. 15-16
Hen/ hun

  • Ik heb hun huis bewonderd. (huis = bezittelijk VNW dus hun)
  • Ik heb het huis van hen bewonderd. (van = voorzetsel dus hen)
  • Ik kan hun niet uitstaan. (hun is een meewerk. vw + er staat geen voorzetsel in)
  • Je kunt dat toch niet aan hen vragen (hun is een meewerk. vw + voorzetsel)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

4. Stijlfouten blz. 16-17
Dat/ wat
Dat - slaat op een bepaald zinsdeel 
- Het huis dat hier gebouwd wordt. (Het-woord + 'hier gebouwd wordt')
- Ik geef je het cadeau dat ik van m'n oma heb gekregen.

Wat - slaat op een onbepaald zinsdeel - iets, niets, alles
- Hij heeft iets gedaan wat niet mag. (iets is onbepaald)
- Ze roddelt over iedereen, wat toch wel zielig is. (hele zin)

Slide 9 - Tekstslide

4. Stijlfouten blz. 17
Waarmee/ wie

Met wie/ op wie/ door wie - het gaat om mensen

Waarmee/ waarop/ waardoor  - het gaat om dieren, dingen 


Slide 10 - Tekstslide

4. Stijlfouten blz. 17
Samenstellingen

Woorden die je kunt splitsen in verschillende zelfst. nw.

Keuken + kast = keukenkast

Gebruik leestekens als dit nodig is!
Radio + omroep = radio-omroep (koppelteken)


Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk 20 januari af
Opdracht 6 t/m 11 blz. 15 t/m 18 + alle vorige opdrachten
Studiemeter - Viastarttaal Online
2F - stijl
zij/ hun hen
als/ dan
Jou/ jouw - mij/ mijn - u/ uw

Boek kiezen

Slide 12 - Tekstslide