vertering

Thema 1 Vertering
Leerdoelen:
  • de 6 groepen verteringsstoffen kennen
  • de functies en kenmerken van deze 6 groepen kennen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Vertering
Leerdoelen:
  • de 6 groepen verteringsstoffen kennen
  • de functies en kenmerken van deze 6 groepen kennen

Slide 1 - Tekstslide

In de wand van het hele darmkanaal kringspieren en lengtespieren. 
Dit zijn gladde spieren.
Kenmerk gladde spieren: niet veel kracht, wel lange tijd werken.
Deze spieren zorgen voor darmperistaltiek: voortbewegen van het voedsel door de darm

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

vertering
Deze stoffen moeten afgebroken worden, zodat deze opgenomen kunnen worden in de dunne darm:
-1- koolhydraten
-2- eiwitten
-3- vetten

Deze stoffen kunnen zonder bewerking direct opgenomen worden:
-1- water
-2- vitaminen
-3- mineralen

Slide 5 - Tekstslide

Vertering gebeurt met behulp van verteringssappen.
Deze worden gemaakt door een exocriene klier.

Wat is dat?
Het autonome zenuwstelsel regelt de spijsvertering.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

regeling spijsvertering

Zoek in BINAS

Slide 9 - Tekstslide

BS 2 + 3 Typen vertering
-1- mechanische vertering
Hierbij wordt dmv spieren het voedsel kleiner gemaakt en gekneed
Hierdoor groter oppervlak waarop enzymen in kunnen werken.
-2- chemische vertering
Hierbij wordt het voedsel bewerkt dmv enzymen 

Slide 10 - Tekstslide

Spijsverteringsorganen
1. mondholte, 2. slokdarm, 3. maag, 4. sluitspier, 5. 12-vingerigedarm, 6. alvleesklier, 7. lever, 8. galblaas, 9. dunne darm, 10. blinde darm, 11. dikke darm, 12. endeldarm, 13. anus

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

chemische vertering
Vertering mbv enzymen (Binas 82E, F, G)
alleen eiwitten, polysachariden, disachariden en vetten moeten verteerd worden
Eiwitten: in afzonderlijke aminozuren
Poly- en disachariden: in monosachariden
Vetten: in glycerol en vrije vetzuurmoleculen of in monoglyceride en vrije vetzuurmoleculen: BINAS

Slide 14 - Tekstslide

Mond
Binas 82C, E en F
speekselklieren produceren speeksel met amylase: deel van het zetmeel wordt maltose (disacharide)
werkzame pH: 6 - 7,5

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maag
voedsel in maag: gastrine zorgt voor productie maagsap
hierin zit onder andere pepsinogeen.
Werking enzymen optimaal bij pH 2,5

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

12-vingerige darm
Krijgt gal uit galblaas, geproduceerd door lever
Gal is geen enzym
Krijgt enzymen uit alvleesklier
Die verteren lange polypeptiden, vetten, disachariden, DNA en RNA

Slide 20 - Tekstslide

Dunne darm
Hierin vindt laatste afbraak plaats tot opneembare onderdelen: monosachariden, glycerol, vetzuren, monoglyceriden, aminozuren

Slide 21 - Tekstslide

Dikke darm
Hier vindt laatste opname van voedingstoffen plaats en wordt o.a. vitamine K aangemaakt

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

BS 4 Resorptie
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen wat resorptie is
  • kunnen uitleggen welke stoffen hoe en waar opgenomen worden

Slide 24 - Tekstslide

Resorptie

Opname van water, voedingsstoffen en verteringsproducten in de dunne darm.

Is mogelijk door een groot oppervlak van de dunne darm

grote oppervlak door darmplooien, darmvlokken en microvilli

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

mogelijkheden transport
  • Actief: tegen concentratieverval door transporteiwitten, in cellen dan veel mitochondriën
  • Passief: met concentratieverval mee, via eiwitten of membraan
  • watertransport: osmose, via aquaporines

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

opname van de verteringsproducten in haarvaten en lymfevaten, haarvaten verenigen tot één ader

die heet niet dunne darmader, maar poortader

loopt van dunnedarm naar lever

Zuurstof is verbruikt door dunne darm

wel vol met voedingsstoffen als monosachariden

die worden opgeslagen in lever als glycogeen

Slide 31 - Tekstslide

verwerking vetten

monoglyceriden, vetzuren en glycerol worden opgenomen

via ER en Golgi naar buiten de cel

via intercellulaire ruimten naar lymfevat

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

BS 5 Gezonde voeding

Leerdoelen:

  • schijf van vijf kunnen gebruiken
  • kunnen opnoemen waar gewicht van afhankelijk is

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link


Bepaal met behulp van de volgende site hoeveel jij kunt eten: http://www.voedingscentrum.nl/nl/gezond-eten-met-de-schijf-van-vijf/hoeveel-en-wat-kan-ik-per-dag-eten-.aspx. Vul je geslacht en leeftijd in.
Wat kan jij doen om gezonder te eten? 
Schrijf op.

timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

0

Slide 39 - Video