Grammatica t/m bwb

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Grammatica

3

Zinsdelen oefenen

• werkwoordelijk gezegde
• onderwerp van de zin
• lijdend voorwerp
• meewerkend voorwerp
• bijwoordelijke bepaling

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Zij willen heel graag Spaans leren.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Vrijdagavond hebben Inge en Iris voor de ingang bij Pathé Zwolle afgesproken.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin: Wij nodigen alle ouders van M3c uit voor de informatieavond.

Wat is het onderwerp in de zin: Wij nodigen alle ouders van M3c uit voor de informatieavond.

Wat is het onderwerp in de zin: Zij willen heel graag Spaans leren.

Wat is het onderwerp in de zin: Vrijdagavond hebben wij voor de ingang bij Pathé Zwolle afgesproken.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: Wij nodigen alle ouders van M3c uit voor de informatieavond.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: Vrijdagavond hebben wij voor de ingang bij Pathé Zwolle afgesproken.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: Zij willen heel graag Spaans leren.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin: Zij willen heel graag Spaans leren.

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin: Zij willen heel graag Spaans leren.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin: Vrijdagavond hebben wij voor de ingang bij Pathé Zwolle afgesproken.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin: Wij geven dinsdagavond de nodige informatie aan alle ouders van M3c.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin: Wij geven dinsdagavond de nodige informatie aan alle ouders van M3c.

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin: Vrijdagavond hebben wij voor de ingang bij Pathé Zwolle afgesproken.

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de zin: Wij geven dinsdagavond de nodige informatie aan alle ouders van M3c.

woordsoorten oefenen

Welk woord hoort er niet bij:
koe, paard, olifant, schuur, bruin

1. olifant
2. schuur
3. koe
4. bruin

Hoe noem de woorden: in, op, naast, bij, voor, vanwege, tussen, onder?

Mooie, rode, grote, wollen, Italiaanse; zijn .....

1. zelfstandig naamwoorden
2. lijdend voorwerpen
3. bijvoeglijk naamwoorden
4. bijwoordelijke bepalingen

Vanwege het slechte weer ging het feest niet door. Wat is VANWEGE voor woordsoort?

lidwoord

zelfstandig naamwoord

werkwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

een, twee, drie... honderd...miljard hebben als woordsoort de naam:

1. telwoord
2. cijfer
3. hoeveelheid
4. zelfstandig naamwoord

Wij moeten opschieten van onze gymleraar. Wat is MOETEN in deze zin voor woordsoort?

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Wij willen graag kattenfilmpjes op YouTube kijken. Wat is KIJKEN in deze zin voor woordsoort?

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Niels houdt ons voor de gek. Wat is HOUDT in deze zin voor woordsoort?

1. hulpwerkwoord
2. zelfstandig werkwoord

Ik heb haar elastiekje in mijn haar gedaan. Leg het verschil tussen de eerste en tweede 'haar' uit.

www.onlinenederlands.nl

www.onlinenederlands.nl

Zelf Grammatica oefenen

Ga naar de Reader Grammatica en oefen verder met de zinsdelen: pv, on, wwg, lv, mv, bwb.

Deze staat ook op Magister Me - studiewijzer Ne - Grammatica zinsdelen